Koninklijk Complot - Balmoral, de ontmoeting

Lieve lezers van mijn thriller ‘Koninklijk Complot,

het mysterie rond de dood van prinses Diana’.

Ik hoop dat jullie met veel plezier de eerste drie hoofdstukken van mijn boek hebben gelezen.

De komende twee weken staat een aantal ludieke signeersessies op het programma.

 

Deze week viert Binnert Overdiep, een prachtige boekhandel in hartje Heerenveen haar 125 jarig bestaan.
In het teken daarvan is er een ontmoeting met Heerenveense schrijvers, waarvoor ik ook ben uitgenodigd.

En op zaterdag 1 november is er een wervelende modeshow met muziek en hapjes in Engelse stijl in een modezaak in Zwolle. Mij is gevraagd de catwalk op te luisteren en aansluitend een signeersessie te houden. Tijdens deze show is er een heuse prinses Diana look alike verkiezing.

De winnares krijgt de hoofdrol in de boektrailer van mijn boek en wint daarnaast een koninklijk diner voor twee. Iedereen kan meedoen. Dus jij ook! Meld je dan voor half november aan via linda@langlevediana.nl. Natuurlijk wel met foto.

Vorige week hebben jullie hoofdstuk 3 kunnen lezen. Vandaag deel ik hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk ontmoeten Dodi en Diana elkaar weer voor het eerst na een lange tijd.

Veel leesplezier! 

Balmoral, de ontmoeting - Hoofdstuk 4

Het is kwart voor elf als er een helikopter stil in de lucht boven Balmoral hangt, wachtend op nadere instructies. Aan boord is de zevenendertigjarige filmproducent Emad El-Din Mohamed Abdel Moneim ‘Dodi’ Fayed.
De donkerharige man is de zoon van biljardair Mohamed Al-Fayed, de eigenaar van het Londense warenhuis Harrods en het Parijse Ritz Hotel.

Zijn eigenlijke naam is Emad, maar hij wordt door iedereen met Dodi aangesproken. Zijn vader heeft toen hij zich in 1974 in Groot-Brittannië vestigde, het eerbiedige ‘Al’ aan zijn naam geplakt. Een toevoeging die alleen is bestemd voor Saoedische prinsen. Dat leverde hem de bijnaam ‘de nep-farao’ op. Dodi heeft die toevoeging niet gekregen.

Zodra de piloot - een man van de geheime inlichtingendienst - toestemming heeft gekregen, maakt hij zich klaar voor de landing. Britse rechercheurs hebben de helikopter even daarvoor al getraceerd op de radar. Ze wisten exact waar het toestel zich bevond, lang voordat het in het zicht was.

Om exact tien voor elf landen ze. Met twee joysticks zet de piloot het toestel in een wolk van stof, aan de grond. Als de rotor volledig tot stilstand is gekomen, springt de piloot eruit, gevolgd door Dodi. Het is ijskoud buiten. De wind snijdt in hun gezicht en de kou dringt diep door tot in de botten. Dodi’s handgemaakte leren schoenen knerpen op de bevroren ondergrond.

Er hangt een sfeer van dure chic om hem heen. Alles aan hem duidt erop dat hij een vermogend mens is,
een man van aanzien voor wie geld niet telt. En toch, als je in zijn donkerbruine ogen kijkt, zie je een zachte,
maar krachtige blik die warmte uitstraalt en vertrouwen geeft. Als zijn uiterlijk zijn enige pluspunt was, had hij nooit voor elkaar gekregen wat hij tot dusver heeft bereikt. Hij bestaat duidelijk uit meer dan alleen een goed gesneden pak, een gesteven wit overhemd, de das van Hermès die hij draagt en de dure aktetas. Met zijn één meter tachtig en zijn stralende, energieke blik, is hij een opvallende verschijning.

De afstand van Londen naar Aberdeen bedroeg 399 miles, oftewel 642 kilometer. Op kruissnelheid deed de helikopter er drie uur over. Dodi is die ochtend exact om tien voor acht vertrokken. Onderweg heeft hij,
voor zover de herrie het toeliet, de stukken die hij met de prinses wil bespreken, opnieuw doorgelezen.

Hij hoeft deze opdracht niet voor het geld te doen, hij doet het puur voor de uitdaging en de reputatie van zijn familie. Daarnaast voelt hij zich vereerd dat Charles hem heeft benaderd. Dat betekent veel voor hem. En het was een bijzonder verleidelijk financieel aanbod dat de prins van Wales hem deed. Daarnaast meent hij dat het hem en zijn familie de kans geeft om aan populariteit te winnen binnen het Britse koningshuis.

Dodi ontdoet zich van zijn oordoppen en de koptelefoon, die hij tijdens de reis droeg om de geluidshinder te minimaliseren. Na de herrie in de helikopter is het nu verbazingwekkend stil. De beide mannen zijn zich zelfs bewust van het ruisen van de wind.

De auto van de koninklijke recherche wacht hen pal voor de landingsplaats op; twee rechercheurs houden beleefd de portieren open. Dodi en de piloot nemen plaats op de achterbank. Bij het paleis wordt Dodi naar de entree geleid, de piloot blijft achter bij de rechercheurs. Er is verder niemand te bekennen.

Drie treden naar een zware, brede deur. Hij loopt de trap op, naar het met een rij zuilen omgeven bordes en blijft staan. Rechts van de deur hangt een glimmende koperen bel, die daar al eeuwen dienst doet. Nonchalant trekt hij aan het koord. Het schelle geluid weerklinkt door de duistere en spookachtige gangen. Net als hij op het punt staat om nog een keer te bellen, wordt de deur geopend door een magere knecht in livrei die exact schijnt te weten wie de man is die voor hem staat.

De jongen met bleke ogen zonder wimpers en lichtbruin, haast rossig haar dat hij met gel achterover heeft gekamd, kijkt Dodi aan. Door zijn tengere postuur is het openen van de zware, massiefhouten deur een ware beproeving geweest. ‘Ik verwachtte u al, meneer Fayed,’ zegt hij. ‘Komt u verder. De prinses van Wales heeft gevraagd of ik u meteen binnen wilde laten.’

De stem is zacht, gereserveerd maar vriendelijk. In het paleis is het hebben van respect voor mensen die boven je staan het allerbelangrijkst. Dodi volgt de jongeman de vele gangen door, zijn schoenen klinken luid op de marmeren vloer. Hij kent de route van zijn laatste bezoek, ze zijn onderweg naar de familiekamer. De muren zijn tot aan het plafond versierd met fluweelpapier, waarop het imperiale VRI-monogram van koningin Victoria prijkt.

De jongen slaat de rechtervleugel in en Dodi volgt hem. Zover het oog reikt, strekt zich in de gangen een tapijt uit van groen Hunting Stewart tartan. Hertenkoppen, trofeeën van vroegere vorsten, staren hem vanaf vrijwel alle muren aan. Terwijl de schilderijen eronder herten in mistige valleien voorstellen en spaniëls die door heide en veen rennen.

Dan blijft de jongen staan voor een groot vertrek, dat opgesplitst is in twee delen. Hij laat Dodi binnen in de voorkamer, direct naast de kamer waar Diana zich bevindt. De jongen neemt afscheid en verdwijnt in stilte. Dodi weet wat hem te doen staat. Hij loopt naar de tweede kamer, opent de deur en betreedt het statige vertrek. In deze ruimte kan hij vertrouwelijk met de prinses spreken.

Diana hoort hem niet binnenkomen. Ze is met haar gedachten nog ver weg. Heel even blijft Dodi in de deuropening staan en laat zijn blik door de ruimte glijden. Zijn ogen registreren en interpreteren de omgeving. Het meubilair en de inrichting getuigen van Britse elegantie. Overal aan de muur hangen fraaie, zeer waardevolle schilderijen. Afgezien van het trage tikken van een antieke hangklok, is het muisstil in het vertrek.

Diana zit in een lage, wat lompe fluwelen fauteuil. Ze schuift ongemakkelijk heen en weer. ‘Verdorie, mijn string zit niet goed,’ denkt ze. Ze doet een poging om een andere houding aan te nemen en verschuift haar gewicht van de ene bil naar de andere. Dodi merkt haar inspanning om haar string goed te krijgen niet op. Zijn blik wordt getrokken naar een stilleven van een bekende middeleeuwse schilder.

Dan laat hij zijn ogen naar de prinses glijden. Ze is aantrekkelijk en onberispelijk gekleed in een diepblauw mantelpakje. Haar gezicht vertoont even de uitdrukking van iemand die probeert iets wat ze vergeten is,
in haar herinnering terug te halen. Ze graaft diep in haar geheugen en realiseert zich dat er nog zoiets als hoop is. De blik in haar ogen verandert. Ze slaagt er zelfs in om een brede glimlach tevoorschijn te toveren. Ze is blij met de aanwezigheid van de man die nu in het vertrek staat. Want ze is geïnteresseerd in het plan dat haar vrijheid, andere huizen, betere tijden en nieuw geluk kan brengen.

Ze springt overeind en verwelkomt Dodi met een warme omhelzing. Ze geeft bekenden en nieuwe kennissen altijd het gevoel dat ze oude vrienden zijn. Haar begroeting brengt hem zichtbaar in verlegenheid. ‘Het is niet volgens het protocol,’ hoort hij zichzelf in gedachten zeggen en spreekt haar aan met ‘Koninklijke Hoogheid’.

Diana schiet in de lach en geeft aan dat ze liever heeft dat ze elkaar tutoyeren en de omgangsvormen laten voor wat ze zijn. Dat is gezien de situatie wel zo prettig, vindt ze. Ze kent Dodi immers al een groot deel van haar leven. Daarnaast is ze de koninklijke formaliteiten meer dan beu. Ze snakt naar gewone en normale mensen.

Dodi herinnert zich hun laatste ontmoeting, die een paar maanden geleden plaatsvond. Die ontmoeting was kort en buitengewoon formeel, mede door de aanwezigheid van Charles. Maar nu is het compleet anders. Diana gedraagt zich nu veel losser. Ze maakt zelfs grappen en met haar vrolijkheid neemt ze hem meteen voor zich in.

Maar ondanks haar spontaniteit en de lachrimpeltjes rond haar ogen, ziet hij pijn en vermoeidheid in haar gezicht. Zijn diepbruine ogen dringen door tot diep in haar ziel. Binnen enkele seconden weet hij haar volledig te doorgronden. Gezichten liegen niet, niet voor mensen die geleerd hebben ze te analyseren.

De prinses moet niezen en grist een Kleenex uit een doosje. Ze heeft een kou gevat die gepaard gaat met een lichte hoofdpijn en een kriebelig gevoel in haar borst. De hoofdpijn komt op en zakt weer weg. Ze snuit zachtjes haar neus, verontschuldigt zich en gooit de Kleenex in een prullenbak in de hoek van het vertrek.

Ze probeert haar gedachten in bedwang te houden. Ze weet dat dit een belangrijk moment is in haar leven.
Die gedachte veroorzaakt een opgewonden tinteling, maar tegelijkertijd schaamt ze zich ervoor. Ze dwingt zichzelf om rustig te blijven. ‘Ik ben echt blij dat je er bent, Dodi,’ zegt ze opgewekt. Haar stem heeft ondanks haar verkoudheid een bepaalde zangerigheid. ‘Het is heel attent van je dat je zo snel kon komen.’

Ze gebaart dat hij kan gaan zitten. De sfeer is meteen ontspannen. ‘Hier kunnen we ongestoord met elkaar praten. Het is een plek van volmaakte discretie,’ voegt ze eraan toe. In de lange, holle gangen van de koninklijke paleizen is het erg gehorig en vrijwel alles is te verstaan. Men weet precies wat er gaande is, de rechercheurs luisteren altijd mee. Maar hier op Balmoral is dat anders. Hier is Diana veilig en wordt haar privacy gewaarborgd.

Dodi laat zich in een gemakkelijke fauteuil zakken en kijkt naar de onberispelijk onderhouden tuin. Het uitzicht is adembenemend, maar toch richt hij zijn blik liever op de prinses. Van dichtbij gezien is ze net zo mooi en bekoorlijk als de staatsieportretten doen geloven en op haar eigen manier veel indrukwekkender en fascinerender dan haar man Charles. Tot zijn verbazing kost het hem moeite zijn gedachten bij het gesprek te houden.

‘Kan ik je misschien iets aanbieden?’ vraagt Diana. ‘Ja, koffie graag,’ brengt hij er nonchalant uit. Dan buigt hij zich naar zijn aktetas, haalt er een leren map uit en geeft die aan haar. In de map zit een beknopt, gecodeerd scenario. Dodi heeft voor haar een korte samenvatting toegevoegd.

‘Dank je, Dodi.’ Ze legt de map naast zich neer. ‘Wil je ook iets in je koffie?’ vraagt ze beleefd. ‘Alleen melk graag.’ De onderzoekende blik van Dodi volgt iedere beweging van haar lichaam. Ze heeft een mooi slank figuur en lange benen. Ze is één meter achtenzeventig lang en heeft haar lengte in haar voordeel weten te gebruiken. Hij voelt zijn bloed sneller stromen.

De prinses doet warme melk in zijn koffie en zet de kop op een tafeltje naast hem neer. Zelf drinkt ze haar koffie zwart, omdat ze haar gewicht graag op peil houdt. Normaal gesproken drinkt ze alleen in de ochtend koffie, als ze net uit bed komt. Ze leeft heel gezond en drinkt minstens acht glazen water of kruidenthee per dag om haar nieren schoon te spoelen en drie keer per week krijgt ze een darmspoeling.

Diana neemt op een gepaste afstand plaats naast Dodi. Ze vangt een zweem op van zijn geur, hij is geen roker. Ook kan ze zijn dure aftershave ruiken. Ze duwt haar blonde lokken achter haar oren en trekt haar rok over haar knieën. Ze heeft haar benen elegant over elkaar geslagen en de handen om haar rechterknie gevouwen. Dodi kijkt naar haar handen, die slank zijn, met lange vingers. Aan haar rechter ringvinger draagt ze een ring die rijkelijk bezet is met smaragden en diamanten en een gouden armband siert haar pols.

Dodi roert en neemt een flinke slok van de geurige, sterke koffie. Een beetje te sterk naar zijn zin. Terwijl de prinses van Wales praat, luistert hij aandachtig naar haar en denkt zorgvuldig na. Haar manier van spreken is levendig en geestig. Ze houdt ieder gesprek moeiteloos op gang. Hij wordt overspoeld door een stroom van mooi klinkende woorden. Ze raken een snaar in hem die al in beroering is gebracht. Ze heeft iets van een engel, iets ongenaakbaars. Anderen helpen is haar roeping in het leven. Ze is een vrouw met een missie en geeft mensen het gevoel dat ze bijzonder zijn. Dat is haar kracht. Een aangeboren talent.

Diana valt stil als Dodi ‘Mission Escape’ ter sprake brengt. Ze kijkt hem onafgebroken aan, zonder ook maar met haar ogen te knipperen. Opnieuw wordt ze door het plan meegesleurd, net als enkele maanden geleden toen hij haar er voor het eerst mee confronteerde. Ze kan zich er nog maar nauwelijks een beeld bij vormen. Maar haar intuïtie vertelt haar dat ze weinig keus heeft en dat er geen alternatief is. Het hele idee komt haar goed doordacht voor, maar tegelijkertijd beseft ze ook wat voor risico ze neemt.

‘Zou jij het risico nemen, Dodi?’ vraag ze nieuwsgierig. ‘Ik weet het niet,’ antwoordt hij. ‘Daar heb ik nog niet zo over nagedacht.’ ‘Ik vrees dat ik geen keus heb,’ zegt ze verlegen. ‘Het is zo klaar als een klontje dat Charles van mij af wil. En zoals altijd heeft hij de touwtjes in handen. Maar ik wil zelf ook heel graag vrij zijn en een nieuw leven beginnen, samen met mijn jongens. Vooral de kinderen zijn heel belangrijk. Ik heb er alles voor over om ze een onbezorgde toekomst te geven.’

Als Diana is uitgesproken, haalt ze het scenario uit de map. Ze richt haar aandacht op de vellen papier.
Haar ogen glijden over de tekst. Ze is er gewend aan geraakt om documenten snel door te lezen, ze krijgt dagelijks met heel wat officiële stukken te maken. De dialogen zijn kort en doelgericht. Elk detail valt op zijn plaats. Het rapport laat geen ruimte voor twijfel, daar is ze al snel achter.

Natuurlijk vind ik het leuk als je een reactie wilt achterlaten. En heb je een vraag, dan zal ik daar altijd op reageren. Meer informatie over mijn boek vind je op www.langlevediana.nl of op mijn Facebookpagina https://www.facebook.com/koninklijkcomplot Reacties op mijn blog kun je sturen naar info@femna40.nl of naar linda@langlevediana.nl

Wordt vervolgd...

Liefs Linda Udo

 

Gerelateerde artikelen

FemNa40