Lieve lezers van mijn thriller ‘Koninklijk Complot, het mysterie rond de dood van prinses Diana’.
De hele verhaallijn van mijn nieuwe thriller staat uitgeschreven. Opnieuw een waargebeurd verhaal. De komende periode zal ik er nog flink aan moeten sleutelen om er een goed verhaal van te maken. Maar het begin is er.
Uiteraard houd ik jullie op de hoogte.
Opnieuw veel leesplezier. Liefs Linda Udo.
Zorgen om graaf Spencer - Hoofdstuk 15
De dag voor hun vertrek naar Oostenrijk bezoekt Diana met de kinderen haar achtenzestigjarige vader,
graaf Spencer, die onverwachts met een longontsteking in het Wellington Hospital in Londen is opgenomen. Het ziekenhuis ligt in het noorden van de stad en adverteert zichzelf als het grootste particuliere ziekenhuis van het Verenigd Koninkrijk. In het gebouw is veel marmer, tropisch hout en in alle zalen ligt vloerbedekking. De verzorging is van een hoog niveau.
De toestand van de graaf is kritiek, zijn lichaam zweeft tussen leven en dood. Diana heeft haar vader al een aantal maanden niet gezien of gesproken. Sinds de opschudding over de renovatie van haar geboortehuis Althorp, is er een breuk ontstaan tussen de graaf en zijn vier kinderen. Ze bekritiseren hun vader omdat hij met de verkoop van erfstukken, waaronder elf schilderijen van Van Dijck, de ruim tweeënhalf miljoen pond sterling kostende restauratie van Althorp wil financieren.
Daarnaast is Diana teleurgesteld omdat hij aan Japanse zakenlieden het recht heeft verkocht om kopieën van haar bruidsjurk te maken en die op de markt te brengen. Maar nu zijn de omstandigheden dusdanig, dat ze haar boosheid heeft laten varen.
De prinses en haar twee jongens lopen, met twee rechercheurs in hun kielzog, het ziekenhuis binnen door deuren die automatisch open en dicht schuiven. Het is een komen en gaan van bezoekers. Ze worden opgevangen door een tamelijk jonge arts met donker krullend haar, in witte dokterskleding. Uit de borstzak van zijn jasje steekt een verzameling pennen. Hij stelt zich voor als Dr. Weber en gaat hen voor, door de marmeren gangen van de kliniek. Voor een kamer met het nummer 116, blijft hij staan.
‘Dit is de kamer van uw vader', zegt hij en hij laat Diana en de jongens binnen, waarna hij de deur behoedzaam achter hen sluit. Diana luistert naar zijn wegstervende voetstappen. De twee rechercheurs blijven discreet achter op de gang. Het licht in de kamer is gedempt.
Onder de witte lakens ligt haar vader. Het hoofdeinde van het bed is in een hoek van vijftig graden omhoog gezet en zijn hoofd rust op een stapel platte kussens. Hij is ziek en uitgeteerd en nog maar een schim van de persoon die hij ooit was. Hij is bijna zo wit als het laken waaronder hij ligt.
Graaf Spencer is gekoppeld aan een monitor die een monotone piep door de kamer verspreidt. Hij heeft zijn handen in zijn schoot gevouwen en zijn ogen zijn gesloten. Het geluid van de monitor wordt onderbroken door voetstappen van een verpleegkundige die de kamer binnenkomt. Ze begroet Diana en de jongens beleefd met een gedempte stem. Ze trekt de gordijnen nog verder dicht en draait het licht in de kamer iets hoger.
Voor de jongens zet ze twee extra stoelen in de hoek neer en knipoogt naar ze. Ze heeft net de bloeddruk van de graaf opgenomen die veel te laag is. Ze schikt de bloemen op het nachtkastje met overdreven zorg en daarna trekt ze behoedzaam het kussen onder het hoofd van de graaf omhoog en legt een paar kussens achter zijn rug, zodat hij iets rechterop zit. Vervolgens biedt ze hen iets te drinken aan en verlaat dan het vertrek.
Diana kijkt naar haar vader. Ze herkent hem nauwelijks meer, het lijkt of hij minstens tien jaar ouder is geworden. Ze doet een vruchteloze poging om haar verdriet te verbergen en schiet vol. Een dierbare persoon zien wegkwijnen, is een van de grootste beproevingen die er bestaat. ‘Het stinkt hier', fluistert William tegen Harry. Ze knijpen hun neusgaten dicht en kijken elkaar met een grimas van afgrijzen aan.
Er hangt een akelige lucht in de kamer, een combinatie van ontsmettingsmiddelen en braaksel. Of iets wat er op lijkt. Graaf Spencer ligt met zijn hoofd achterover geleund tegen de kussens. Zijn sluike, doffe haar valt verward over zijn voorhoofd. De huid op zijn gezicht en handen oogt dun en kwetsbaar, transparant bijna.
Alle veerkracht is eruit verdwenen. Zijn ogen zijn gesloten.
Diana gaat op de rand van het bed zitten en fluistert in zijn oor: ‘Hallo papa, ik ben het,' waarop hij zijn ogen probeert te openen. Zijn mond beeft. Heel voorzichtig tilt hij zijn hoofd iets op en probeert zijn blik op zijn dochter te fixeren. De prinses geeft haar vader een voorzichtige zoen op zijn wang. ‘Pap, kunt u mij verstaan'?
Zijn lichte ogen staren naar het gezicht van zijn dochter. Er rollen twee dikke tranen over zijn uitgedroogde wangen. Hij wil Diana aanraken, maar kan zich nauwelijks bewegen. ‘Ik ben heel blij je te zien', mompelt hij hees. ‘Hoe gaat het met u, opa', vraagt William, terwijl hij zijn grootvader voorzichtig probeert te omhelzen.
De graaf kijkt zijn kleinzoon aan met een blik vol liefde.
Diana staat op, ze moet heel nodig naar de toilet. Ze verontschuldigt zich tegenover haar vader. De korte pauze geeft haar de kans zich weer te vermannen. Terug in de kamer ziet ze Harry naast het bed van haar vader zitten. De graaf beweegt met een lichte kreun zijn hoofd iets omhoog.
‘Ik ben heel blij jullie weer te zien', fluistert hij met een hese, maar nauwelijks hoorbare stem. Uit een lichte glinstering in zijn ogen maakt Diana op hoe belangrijk het voor hem is dat ze er zijn. Zwijgend zit ze bij het bed, tot een bescheiden klopje op de deur de stilte doorbreekt. Het is een van de rechercheurs.
‘Hoogheid, we moeten gaan'!
Ze beseft dat het moment van afscheid nemen is aangebroken. ‘Pap, rust goed uit. U hebt het nodig om aan te sterken. We komen u meteen na onze vakantie weer opzoeken. Terwijl ze de geruststellende woorden uitspreekt, realiseert ze zich maar al te goed dat dit waarschijnlijk hun laatste samenzijn is.
Diana omhelst haar vader, waarna ze zich opricht en naar de deur loopt die een rechercheur al voor haar openhoudt. Nog een laatste keer draait ze zich om. Door alle morfine die zijn pijn moet verzachten, zakt de graaf direct in een diepe slaap.
Er verschijnen opnieuw tranen in haar ogen. Ze vangt de medelevende blikken op van de rechercheurs. Naast hen staat Dr. Weber. ‘Zullen we even koffie drinken', vraagt hij. Ze knikt en volgt de arts naar zijn kantoor. ‘Hoe is zijn toestand,’ vraagt Diana. Haar stem trilt. 'Niet zo best', antwoordt de arts eerlijk. ‘Zijn bloeddruk is nogal onstabiel en dat maakt zijn toestand nog zorgelijker dan hij al is'.
‘Haalt hij het?’ Dr. Weber aarzelt. ‘Dat is heel lastig te zeggen. We doen ons uiterste best. Meer kunnen we helaas niet doen. Maar ik wil u beslist geen valse hoop geven'. ‘Ik ben heel blij dat ik hem nog even heb kunnen zien. Met bedrukte gezichten verlaten ze het ziekenhuis via de hoofdingang.
Het is laat in de middag en de schemering gaat over in duisternis als Diana en de kinderen weer bij het paleis aankomen. Ze neemt zich voor niet te laat naar bed te gaan, omdat ze de volgende dag naar Oostenrijk zullen vertrekken. Die nacht echter kan ze de slaap nauwelijks vatten. Ze wordt verscheurd door een innerlijke strijd.
Het liefst bleef ze in Londen om bij haar vader te kunnen zijn, maar ze wil haar jongens die ze maar zo weinig ziet, niet de skivakantie ontnemen waar ze zich zo op verheugen. Ze bidt in stilte dat Johnny Spencer nog even op deze aarde kan blijven. In ieder geval tot ze terug is.
De dageraad is nog maar net aangebroken, als ze wordt gewekt door een nadrukkelijke klop op de deur van haar slaapvertrek. Haar kamenier Angela Benjamin verschijnt in de deuropening. Met een theatraal gebaar schuift ze de zware fluwelen gordijnen in de slaapkamer open om zo het daglicht naar binnen te noden.
Snel laat Diana haar kapsel en make-up verzorgen door haar stylist Sam McKnight. Hij borstelt haar blonde lokken en brengt het in model. Ze bedankt hem en brengt een vleugje Kenzo op. Ze houdt van lichte, aangename geuren. Even kijkt ze goedkeurend in de spiegel. Haar huid is lichtgebruind, dankzij de zonnehemel die ze de afgelopen dagen heeft gebruikt om er een beetje goed uit te zien. Dan haast ze zich de trap af.
Angela heeft ervoor gezorgd dat haar kleding in acht koffers van het merk Louis Vuitton met daarop de monogrammen van Diana, is gepakt. Ook de koffers van William en Harry staan klaar.
‘Dat is dan een van de weinige voordelen van prinses zijn,’ denkt Diana. Haar lijfwacht brengt de bagage naar de wagen en legt de koffers in de achterbak. Niet veel later vertrekt ze samen met de kinderen en haar hofhouding naar Lech.
Mohamed Al-Fayed brengt op zondagmiddag 29 maart 1992 een bezoek aan zijn goede vriend, graaf Johnny Spencer in het Wellington Hospital. Hij kijkt naar het gezicht van Johnny onder de gerimpelde huidplooien die los over het bot lijken te hangen. De schemering is zacht en rust als een troostend nevelgordijn over zijn vriend.
Een bisschop en Raine de Chambrun - beter bekend als gravin Spencer, de vrouw van Johnny en tevens stiefmoeder van Diana - zitten aan de rand van het bed. Raine staart bedroefd voor zich uit. Ze omklemt teder de hand van haar echtgenoot. De afgelopen dagen is ze dag en nacht bij hem geweest.
Alleen toen Diana en de kinderen er waren, is ze de stad in gegaan om boodschappen te doen, zodat de prinses even alleen met haar vader kon zijn. In het begin was de verstandhouding met haar stiefdochter niet zo goed, maar de laatste paar maanden zijn ze dichter naar elkaar toe gegroeid.
Mohamed slaat een arm om de schouders van de gravin, knikt eerbiedig naar de bisschop en laat zich in een stoel zakken naast het sterfbed. ‘Mohamed', mompelt graaf Spencer kreunend. Hij tilt zijn hoofd iets op en over het beddengoed kruipt zijn hand naar Mohameds pols.
‘Ik heb niet lang meer', mompelt hij hees. ‘Zou je nog iets voor me willen doen'. vraagt hij met een vermoeide stem. Zijn dunne oogleden trillen. ‘Natuurlijk', zegt Mohamed. ‘Wil je een oogje op Diana houden? Ik ben erg bezorgd om haar'.
De woorden volgen elkaar heel traag en bijna onverstaanbaar op. Toch begrijpt Mohamed exact wat zijn goede vriend bedoelt. Hij belooft het zijn ‘broeder’ plechtig. Er verschijnt een vonk van voldaanheid en rust in Johnny’s ogen. Er valt een enorme last van hem af en een vage glimlach glijdt over zijn gezicht. Hij beseft dat hij niet langer hoeft te vechten.
Het leven is gedaan, de beslissing is niet langer aan hem, maar aan God. Heel even nog opent hij zijn ogen en staart Raine met een liefdevolle blik aan. Hij lispelt dat hij van haar houdt. Daarna sluit hij zijn ogen weer.
Raine laat haar tranen de vrije loop en zoent Johnny op zijn wang. Dan geeft ze de bisschop een seintje dat haar man zover is. Hij treedt naar voren, legt zijn hand op de schouder van de graaf, zalft hem en spreekt de oude woorden van zegening over hem uit.
Terwijl de lippen van de bisschop de woorden prevelen, blaast graaf Johnny Spencer zijn laatste adem uit.
Hij houdt het voor gezien, de goede strijd is gestreden. In tranen nemen Raine en Mohamed afscheid van hun dierbare man en vriend. Er daalt een diepe stilte neer in de kamer. De apparaten waaraan de graaf gekoppeld ligt, zwijgen. Met vochtige ogen kijken ze naar het levenloze lichaam voor hen. De graaf ligt er vredig bij,
zijn ogen gesloten.
Het lijkt alsof er uren zijn verstreken als Mohamed en Raine de draad van hun leven weer oppakken. Er moet veel worden geregeld. Om te beginnen zullen ze de kinderen van de graaf zo snel mogelijk van het overlijden van hun vader op de hoogte moeten brengen. Charles en Diana worden, volgens het protocol van het Britse koningshuis, als eersten ingelicht.
Wordt vervolgd...