Kook jij écht de recepten uit kookboeken?
Ik niet. Ik heb de Larousse, de Escoffier,
beide Zilveren Lepels, DeDikkeVanDam en een stapeltje met namen als Nigella, Jamie, Donna Hay
en Yotam Ottolenghi.
Ik kijk plaatjes en geniet van fantastische foodfoto’s. Me al bladerend vergapen aan close ups van artisjokken; ik kan dat.
En ik zoek er dingen in op over het ontstaan van gerechten, hopend op mooie verhalen over verre landen of vroeger. Ik laat me inspireren door ingrediënten en lees over sensationele smaken, waardoor het water me letterlijk in de mond loopt.
Ik heb ze dus zeker niet voor de sier, gebruik mijn kookboeken juist meerdere keren per week, maar om heel eerlijk te zijn, ik kook er nooit iets uit. Ze horen op mijn salontafel, niet op mijn aanrecht.
Ik ben het tegenovergestelde van een kook-snob
Meer de keukenkneus die té simpele recepten uit het supermarktblaadje ook daadwerkelijk máákt.
Zo’n fotogeniek vispakketje bijvoorbeeld, dat me met haar looks verleid tot een beetje kokkerellen.
Maar het resultaat wordt nooit zoals op het plaatje. Dat is niet erg, als het dan maar wel goddelijk smaakt.
Een beetje zoals met een auditie; dat die lelijke oude dame dan gewoon geweldig blijkt te kunnen zingen. Helemaal prima, niets aan de hand. Maar heel soms… blijkt ze ook nog eens zo vals als een kraai! En dát is dus wel erg. Dat je je prakkie zo van het bord in de vuilnisbak kunt schuiven. Niet door naar de volgende ronde. Balen.
Om zo’n keukenmislukking te verwerken, blijf ik graag een beetje malen. Talloze theorieën over wat er nu misging. Dan hebben we na de culinaire ramp vervangend troost-Thais besteld en zit ik nog na te filosoferen: misschien had ik het langer moeten koken? Of lag het aan het product zelf? Had ik die olie dan toch later moeten toevoegen?
We accepteren liever niet dat de reden van een mislukking een raadsel blijft. Erachter komen wat er misging, verzacht bijna altijd het geleden leed. 'Oooh, keelontsteking… logisch'.
Hoe komen die klontjes in mijn saus?
Grrrr. Ja, hoe eigenlijk? Dát is nu precies waar Annemieke Smit, wetenschapsjournalist en hobbykok, zich in haar boek 'Uitgekookt!' mee bezighoudt. Het idee: 'Als je eenmaal begrijpt waarom gerechten mislukken,
weet je ook wat je kan doen om dat te voorkomen'.
In deze culi-musthave wordt helder en humoristisch uitgelegd welke ingewikkelde chemische processen zich tijdens het koken in mijn pannetjes en producten afspelen. Uitgekookt! bevat nauwelijks recepten en gaat over voedselmoleculen, enzymen en temperatuurverschillen. Natuurkunde, scheikunde en biologie, maar dan leuk.
In duidelijke en beeldende (maar soms ook poëtische en sprookjesachtige) taal krijgen we antwoord op vele vragen rondom onze misbaksels. Wat moeten we weten over spier-eiwitten in biefstuk? Verdampt alle alcohol tijdens het koken? En waarom kun je beter geen warm eten in de koelkast zetten?
Sinds ik dit boek heb, snap ik eindelijk waarom komkommer dus niet in de groentela hoort en waar nu de kleur van de eidooier vandaan komt.
Leerzaam, maar luchtig
Eigenlijk hoort dit boek én niet op de salontafel én niet in de keuken. Ik zou zeggen: leg ‘m op je nachtkastje,
dan kun je voor het slapengaan nog even aan de smulstudie. Elke avond lees ik een verhaaltje. Over groenten die een jetlag hebben, gistcellen die een feestje bouwen, oliedruppels die in oorlog zijn en cavia’s die dus niet in de magnetron mogen.
En daarna? Daarna droom ik van een podium waarop mijn soufflé’s nooit instorten en mijn mayonaise nooit schift. Over biefstuk met de X-factor, geweldig gelukt, geurend en glinsterend in the spotlight. En het oorverdovende applaus dat daarop volgt. Yessss! Welterusten.
Uitgekookt! Te koop bij de boekhandel en bij Bol.com voor €19.95