Iedere bruiloft, iedere leeftijdsmijlpaal en vele andere feesten kennen het ABC.
Met het ABC zijn we ook opgegroeid, je weet wel: de A is een aapje dat eet uit zijn poot, de B is de bakker die bakt er ons brood.
Dit vrolijke ABC vertelt je alles over de lach
C is een cup-a-lach, die neem je tussendoor
D is van dikke dames, die klinken in koor
E is de ezellach, hij balkt en maakt lawaai
F is van fantastisch, lachen is echt niet saai
G is gezondheid, daar helpt de lach bij
H is van hohohahaha, jij oefent met mij
I is van immens, hoe de lach ervaren kan
J is van jajaja, zoals jij er naar kijken kan
K is van kniesoor, die heeft de lach uitgezet
L is de lolbroek, die heeft de hele dag pret
M is van mensen, die meer moeten genieten
N is heerlijk nietsdoen, zodat je in de lach kan schieten
O is van onzin, gibberish kunnen we allemaal
P is van potsierlijk, als we uitkramen die onzintaal
Q is van a qua, de lach stroomt door je heen
R is het recht om te lachen, dat heeft iedereen
S is van schateren, hoe heerlijk is dat
T is van typisch, iedere lach is anders, wat?
U is van uitstel, net als niezen, niet te doen
V is het verlangen, om dat lachen meer te doen
W is van waardevol, wat die vrolijke momenten zijn
X is ook heel gibberisch, en klinkt alleen aan ‘t eind
IJ is de ijver, waarmee wij de lach doen
Z is van zachtheid en aan het einde, een zoen