Ik krijg vaak de vraag waarom ik gekozen heb voor de naam Vuurvrouw.
En dan leg ik uit dat ik de eerste jaren van mijn overgang letterlijk in vuur en vlam stond.
Niet af en toe eentje, maar honderden golven van warmte die te pas en te onpas over mij heen sloegen en me tot wanhoop dreven.
Opvliegers dus
Hét onderwerp van moppen over de overgang. Grappige plaatjes van vrouwen met rode hoofden met een wanhopige blik... En het heeft ook iets komisch. Ik zie mezelf als tiener nog schaterlachend dubbelklappen als ik als mijn moeder met een rood hoofd weer de koelkast in zag duiken. De genadeloosheid van de jeugd.
Maar daarvoor werd ik tijdens mijn eigen overgang onverbiddelijk gestraft.
Ik weet nu: opvliegers hakken er behoorlijk in. Op je energie en je slaap en op je sociale leven. Zo zat ik zelf een poosje geleden in een afspraak met een jonge man in pak. Midden in ons gesprek over cijfers en contracten voel ik een opvlieger opkomen. Langzaam verspreidt hij zich omhoog langs mijn hals. Even later loopt er een druppeltje als een traan langs mijn wang naar beneden.
Voor mij zie ik de jonge man met een blik van afgrijzen kijken hoe het druppeltje op de tafel valt. Hij kijkt mij een beetje beschuldigend aan. Ik leg hem nog uit dat het een opvlieger is en dat het zo weer voorbij is, maar de schrik zit er in en het gesprek is niet lang daarna afgelopen. Van de jonge man heb ik nooit meer iets gehoord.
Sinds die dag loop ik met waaiers. Handwaaiers in allerlei soorten en maten. In elke tasje een. Voor de vlieger die onverwacht voorbij komt. Want wapperen helpt!