Voordeel van werken in een restaurant: vijf dagen per week wordt er voor mij gekookt.
Personeelseten is vroeg, vaak haastig en gezellig tegelijk en natuurlijk eten wat de pot schaft.
Omdat in onze keuken het personeelseten door telkens een andere kok bedacht en gemaakt wordt, is het ook nog eens gevarieerd.
Van de twee avonden per week dat ik voor mijn eigen maaltje moet zorgen, is er één al bijna op voorhand ingevuld met het bestellen van sushi. Gezond, makkelijk, verslavend lekker en gaat op wonderlijke wijze bij mij nooit vervelen.
De overgebleven avond wordt meestal besteed aan etentjes buiten de deur. Met vriendinnen in de stad,
bij vriendinnen of schoonzus thuis, met vrienden voorafgaand aan een bioscoopbezoekje of romantisch uit eten met Dennis, degene die, als we dan een keer wél thuis koken, hier het meest in de keuken staat.
Heel af en toe heb ik op zo’n vrije avond een kookbui. En waar Dennis koken ziet als een creatieve chaos van ingevingen en reactief vermogen, is dat bij mij een structureel proces van plannen en uitvoeren, van lijstjes en tijdschema’s.
Van ruim van tevoren uitzoeken en nauwkeurig inkopen. Met het selecteren van een recept als grootste uitdaging: de gerechtjes zelf moeten een hoge applausfactor hebben (anders vind ik er al snel geen zak meer aan) én zonder al teveel keukencapriolen te bereiden zijn.
Meestal zijn het dan ook recepten waar geen keukenmachines, uren van braden, weken of stijven of erg uitheemse ingrediënten in voorkomen. Ik kook - per ongeluk volgens de laatste trend - doorgaans met de seizoenen mee, maar dat komt eigenlijk vooral doordat ik mijn recepten bijna altijd uit de laatste Allerhande pluk.
Maar voor Lieke Sniekers maak ik graag een uitzondering!
Af en toe waag ik me aan haar recepturen. Zij heeft een column op Elle Eten, waar ik dol op ben. Ze schrijft leuk, verdiept zich in andere eetculturen en mikt op - voor mij altijd - aantrekkelijke gerechtjes: niet te zware kost, elegant en met een redelijke moeilijkheidsgraad.
Deze komt van de site en ik weet het zeker: dit is ‘m, de ware, voor mijn eerstvolgende kookbeurt.
Misschien zonder tostada’s en dan serveren in een cocktailglas?
Tostada’s met ceviche
Ceviche wordt in verschillende landen in Zuid-Amerika gegeten. Van oorsprong is het Peruaans, maar Mexico heeft al eeuwenlang zijn eigen variant. In Peru wordt ceviche vaak gegeten met zoete aardappel en mais,
in Mexico uit een cocktailglas of op tostada’s.
Je verhit de vis niet bij het bereiden van de ceviche, maar door het zuur in de marinade verandert de structuur van de vis en lijkt hij gaar. In het limoensap wordt de vis wit en stevig. Het zuur doodt bacteriën niet, dus is het erg belangrijk dat je superverse vis gebruikt.
Voor de ceviche
limoen 4, het sap
perssinaasappel ½, het sap
rode ui ½, fijngehakt
verse rode snapper-, zeebaars-, of heilbotfilet 250 g, zonder huid, in blokjes van 1 cm
jalapeño (uit pot) 1 el, fijngehakt
koriander een klein bosje, gehakt
Voor de tostada’s
kleine maistortilla’s 4
zonnebloemolie 1 fles
Voor erbij
tomaat 1, in blokjes
rode ui ¼, fijngehakt
koriander 1 el, gehakt
jalapeno (uit pot) ½ el), fijngehakt
avocado 1, in blokjes
limoen 2, het sap
Extra: braadpan
Bereiding
Meng de ingrediënten voor het bijgerecht en zet aan de kant. Meng limoen- en sinaasappelsap met ½ tl zout in een kom. Doe er de visblokjes, ui en jalapeño bij en meng. Laat minimaal een kwartier marineren. Verhit in de tussentijd de zonnebloemolie in de braadpan. Gooi om de temperatuur van het vet te controleren een stukje brood in de pan.
Als het vet gaat bruisen en het brood snel bruin is, is het heet genoeg. Frituur een voor een de maistortilla’s totdat ze knapperig en bruin zijn en leg op een bord met keukenpapier. Bestrooi met zout. Verdeel de ceviche over de tostada’s en bestrooi met de gehakte koriander. Serveer met het avocadomengsel.
Ik hoor het applaus nu al, als ik dit op tafel zet!
Eet smakelijk!