Tijd voor glühwein!

In Noord-Europa was bisschopswijn al in de middeleeuwen wijdverbreid, men dacht dat de drank geneeskrachtig was en tal van ziekten kon verhelpen.

De Zweedse koning Gustav Vasa was een grote fan en zijn versie van de rode wijn, met suiker, honing, kaneel, gember, kardemom en kruidnagel, was in de 16e eeuw heel populair.

 

 

Glühwein of bisschopswijn is vrij recent toegetreden tot de reeks kersttradities, al is warme wijn met specerijen al duizenden jaren bekend. De oude Grieken waren er al dol op en in de geschiedenis zijn er tal van varianten.

Kant-en-klaar mengsel

Wanneer de link met kerst is ontstaan, is niet bekend, maar het moet eind 19e eeuw zijn geweest. Het is natuurlijk altijd fijn om iets warms te drinken als het koud is en daarom begonnen ijverige kooplieden in Zweden rond 1900 een kant-en-klaar mengsel van wijn en specerijen te verkopen, met kerstplaatjes op het etiket.

Het idee sloeg aan en in veel landen is glühwein sindsdien onlosmakelijk verbonden met kerst. Verder drinken wij drinken het graag na een lange schaatstocht, in de skihut of zomaar tussendoor.

Recept voor zelf te maken glühwein

Wat is eigenlijk glühwein? Glühwein wordt gemaakt uit een basis van rode wijn, vermengd met kaneel, kruidnagel en citrusschillen (eventueel gezoet met suiker of honing). De wijn mag absoluut niet koken en wordt meestal warm gehouden rond de temperatuur van 70 graden celcius.

Benodigdheden (4 personen)

1 sinaasappel
1 fles rode wijn
1 kaneelstokje
1 kruidnagel
2 eetlepels suiker

Bereiding

Boen de sinaasappel schoon en snijd hem in plakken. Warm de wijn op op een laag vuurtje en voeg de plakken sinaasappel, kaneel, kruidnagel en suiker toe. Zorg ervoor dat de wijn niet gaat koken, dat komt de smaak niet ten goede en dan kan de alcohol vervliegen. Laat het wijnmengseltje nog 30 minuten doorborrelen en giet het daarna in een stijlvolle kerstbeker. Genieten maar!

FemNa40