Vinkeveense plassen. Ik heb altijd heel veel gezwommen, als kind zijnde al.
Eindeloze zomers doorgebracht op de Vinkeveense plassen.
Omdat we in mijn ouderlijke huis omringd waren door sloten heeft mijn moeder mijn broer en mijzelf (denk ik) al vroeg op zwemles gedaan.
Heel vaag herinner ik me dat we heel vroeg (het was altijd heel koud) naar zwemles gingen. Ik had toen vooral medelijden met mezelf. Met de kennis van nu heb ik medelijden met maar ook bewondering voor mijn moeder. We hadden geen auto, dus alles ging op de fiets en zij ging altijd met ons mee.
Badhoevedorp
Jaren later, toen manlief en ik in Badhoevedorp woonden, was er een zwembad op de hoek van de straat.
Ik ging vaak 2x per week en combineerde dat met hardlopen in het Amsterdamse bos. Als jullie nu denken,
wat knap, let wel: dûh, dit was voordat de kinderen er waren.
Tijd en (toen nog) energie genoeg. Eenmaal verhuisd naar Mijdrecht (met kind 1) en al snel in het bezit van kind 2 verwaterde dit alles, gek hè.
Trim-zwem-groep
Toch wilde ik het zwemmen toen niet loslaten en kwam achter het bestaan van een trim-zwemgroep in het zwembad in Vinkeveen. De groep trainde op donderdagavond om 19.00 uur, ik weet het nog precies.
Met manlief afgesproken dat hij die dag het kroost op zou halen van de crèche c.q. naschoolse opvang en van eten voorzien (andere dagen deed ik dat). Uurtje overwerken en dan vanuit mijn werk door naar het zwemmen.
Ik had er het volste vertrouwen in, had immers veel zwemervaring en een redelijke techniek (dacht ik). Na het omkleden toog ik mij naar een vrije baan, dook erin zwom een paar slagen en botste bijna tegen een medezwemmer op.
O ja, ook bij het zwemmen telt: rechts houden. Les 1, bij deze.
Banen zwemmen voor gevorderden
Daarna werden we in groepen ingedeeld, ik kon kiezen: langzaam, gewoon en snel. Ik weet nog dat ik dacht:
laat ik bij deze 1e avond maar niet direct naar de ‘snellen’ gaan. Doe maar ‘gewoon’.
Tja, na ’n kwartier werd mij vriendelijk doch dringend verzocht me bij de ‘langzamen’ te voegen. Au, deukje in mijn ego. Normaal gesproken bij het normale banenzwemmen was ik altijd een van de snelsten.
In dit gezelschap begon ik onderaan de ladder, iedereen kon goed en snel zwemmen. Dit was banen zwemmen voor gevorderden.
Bloemetjesbadpak en de Inge’s en Pietertjes
De grootste deceptie kwam bij het douchen. Ik had een heel leuk badpak; lichtblauw met gele bloemen, zo leuk, zo schattig. Ik verkeerde me echter in een gezelschap, mannen én vrouwen, die verkleed waren als Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn. Inclusief aerodynamische badpakken en gespierde torso’s.
Ik had dit alles, toen iedereen zich nog gewoon in het zwembad bevond, niet gezien. Ik had immers al mijn energie nodig om de ‘langzamen’ bij te houden. Wat voelde ik me op dat moment een enorme theemuts.
Stond ik daar met mijn ‘gezellig’ volslanke torso (dat slanke kan ik kan tegenwoordig wel weglaten) in een bloemetjesbadpak tussen al die sportieve Inge’s en Pietertjes. Als ik door het putje van de douche had kunnen verdwijnen, had ik dat gedaan.
Ik hou niet van nat worden
Ik kwam hierop toen ik vanmorgen in het zwembad een oude bekende tegenkwam. De ene herinnering roept immers de andere op. Ik heb mezelf beloofd om te proberen iedere week 1x te gaan zwemmen. Alleen als het niet regent, want ik hou niet van nat worden.
Dat is een contradictie interminus (dat weet ik), want in het zwembad word ik ook nat, maar dat is anders.
Wat ik eigenlijk bedoel is het volgende: ik vind het niet leuk om met mijn scootmobiel op pad te gaan als het regent. Mijn scoot heeft (helaas) een maximum snelheid.
Dat wil zeggen dat ik geen tandje bij kan zetten zoals iedereen om mij heen doet die op een fiets zit. De meesten maken het zichzelf nog makkelijker en gaan als het regent met de auto. Beide zijn voor mij geen optie.
Als ik in de regen op mijn scoot zit, heb ik altijd een klein beetje medelijden met mezelf. Ik knijp het gaspedaal dieper in, maar harder gaat dat ding niet.
Oude bekende en protesteren
Maar goed, ik ga dus nog steeds regelmatig zwemmen al gaat dat nu minder snel dan vroeger. Mijn benen beginnen na een paar baantjes te protesteren. Een soort van te verkrampen. Hoewel dit laatste de pret wel enigszins drukt, wil ik het zwemmen niet opgeven.
Deze keer kwam er een mevrouw op leeftijd de kleedkamer binnen die mij herkende, maar ik haar niet (ik heb dat vaker dat mensen mij nog van heel vroeger herkennen en dat ik werkelijk geen idee heb wie ze zijn).
Deze mevrouw is een van die mensen die ik vanaf mijn scootmobiel altijd vriendelijk groet zonder dat ik haar herken (zie een van mijn vorig blogs).
Ze begroette me met de woorden: ‘ik ken je nog van het protesteren’. Ik was even helemaal blanco. Ja, ik heb veelvuldig geprotesteerd tegen Minister Schippers, op papier dan wel te verstaan, maar dat kan zij niet weten.
Ze ging verder: ‘we hebben samen met jouw moeder geprotesteerd’. Toen wist ik het weer; ik heb met mijn moeder geprotesteerd tegen de kruisraketten. Maar dat was wel heeeeel lang geleden, ik was 18.
Deze mevrouw wist alles nog.
Ik kon het protest wel, maar haar echt niet meer herinneren. Het meelopen in de mars was een bijzondere ervaring, met zoveel mensen protesteren, wij waren voor vrede en tegen die kruisraketten. Een warme herinnering.
We waren toen nog zo naïef dat we dachten dat politici zouden luisteren naar het gepeupel. Wat ik echter vergeten was dat deze mars én de miljoenen verzamelde handtekeningen wél effect hebben gehad.
Lubbers had wel geluisterd, GeenPeil avant la lettre. Hoewel ik van dit laatste initiatief totaal niet warm word, maar dit terzijde.
Snelle baan
Maar goed, we gaan nog een keer terug naar het zwemmen. Als ik ga zwemmen, wil ik wel een beetje door kunnen zwemmen. Ik heb mijn bloemetjesbadpak lang geleden omgeruild voor een sportievere versie.
Ik ben niet van het gezelligheidszwemmen, dat wil zeggen gezellig met z’n drieën naast elkaar en maar kletsen. Ik kies altijd voor de ‘snelle baan’.* Dat zit nu eenmaal in de genen. Ik krijg wel eens een rare blik of soms zelf een opmerking als ik met mijn stok richting de ‘snelle kant’ van het zwembad loop.
Vaak echter is het in de snelle baan heel rustig, weinig zwemmers bedoel ik dan. Regelmatig tref ik daar een vrouw die ik soms ook tegenkom als ik mijn hond uitlaat. Zij loopt ook met een kruk, twee zelfs en met een hond.
Mensen die honden uitlaten groeten elkaar meestal (net als motorrijders) en maken soms een praatje.
Van mensen die hun hond uitlaten én met een stok lopen, zijn er niet zoveel. Tja, dat schept helemaal een band.
Stoere meiden op krukken
Zij gaat ook altijd naar ‘de snelle baan’. Vanmorgen dus weer. Ik vond het wel een grappig idee. De ‘krukken’ hebben vanmorgen de snelle baan voor zichzelf. Heerlijk gezwommen, zwembrilletje op en gaan met die banaan.
Ik vond en vind ons allebei wel stoer, borstcrawl, schoolslag, we zijn van alle markten thuis. Wij, de stoere meiden, liepen vandaag met onze krukken van de kleedkamers naar de douche en vervolgens naar de snelle baan en zwommen iedereen eruit.
Kijk daar houd ik van.
*de ‘snelle baan’ zijn eigenlijk 2 banen in het zwembad die vrijgehouden worden voor de snelle zwemmers.