Hoe hun droom begon.
Ieder jaar spaarden Willem en Nienke al hun vakantiegeld en -dagen op om vier weken lang met een terreinwagen en een tentje door de Afrikaanse wildernis te trekken.
Elke keer een ander land en een ander avontuur.
Zoals wel meer mensen doen, fantaseerden zij tijdens hun vakanties hoe het zou zijn om niet meer terug te gaan. Alles achter te laten en lekker in het bos te blijven.
Willem Bakhuys Roozeboom: 'Ik kan me niet meer herinneren waar ik het ooit gelezen heb, maar ik hoop dat het te zijner tijd in mijn grafsteen wordt gebikt: Levend is hij gestorven. Tenminste, als ik het heb waargemaakt.
En daar ligt meteen mijn grootste angst. De angst om er niet genoeg uit te halen. Je leven zou constant dusdanig in balans moeten zijn dat je er op ieder moment, met een tevreden gevoel tussenuit kunt knijpen'.
Weken gaan voorbij. Ze vinden dat zij actie moeten ondernemen, maar er gebeurt niets. Als radertje van de comfortabele Eerste Wereld-machine blijven zij onverstoord elke dag naar hun werk gaan en doen ze ‘s avonds wat ze altijd ‘s avonds doen: wegzakken voor een film, opkrullen met een boek of eten en drinken met vrienden in de stad.
Geheel volgens het standaardritme van de gemiddelde dertiger. Er is geen tijd om jacht te maken op het leven. Herstel, ze maken geen tijd om te jagen.
Het is ergens in de drukke periode voor hun huwelijk. Na een lange dag werken, moeten ze voor de zoveelste keer de lijst met genodigden doornemen. Willem: 'Als zij mogen komen, moeten we hen ook vragen. Als hij niet wordt uitgenodigd, is zij weer beledigd en andersom'.
Ze zijn veel te veel bezig met wat er van ze verwacht wordt, dan dat zij uitkijken naar de mooiste dag van hun leven. De voorpret is volledig verdwenen. Dat is het moment dat zij zichzelf een deadline geven van zes maanden om het doorsnee leven te doorbreken.
Een half jaar de tijd om die lang gekoesterde, Afrikaanse droombaan te vinden of er voor eeuwig over te zwijgen. Het beste zou niet goed genoeg zijn.
Willem: 'Speurend over het internet kom ik bij de conservation company van Dereck en Beverly Joubert:
award winning filmmakers, National Geographic explorers in residence en wildlife conservasionists'.
De Jouberts
De Jouberts maken al meer dan dertig jaar films, schreven vele boeken en maakten (wetenschappelijke) reportages voor National Geographic-magazine. Wat Hugo van Lawick (o.a. The Serengeti Symphony en
The Leopard Son) deed in Tanzania, doen de Jouberts in Botswana.
Levend vanuit hun auto maken zij natuurfilms over olifanten, luipaarden, leeuwen en hyena’s. Hun missie is bewustzijn kweken voor de waarde van de ongerepte Afrikaanse natuur in het algemeen en het behoud van de grote katten in het bijzonder.
Ze ontvingen recent een Lifetime Achievement Award en de World Ecology Award die ze toe kunnen voegen aan vele andere prijzen, waaronder acht Emmy’s en een presidentiële, eervolle onderscheiding voor hun inzet en werk voor Botswana.
Naast hun werk als filmmakers leasen de Jouberts - als conservationists (natuurbehouders) - grote jachtgebieden van de overheid. Het doel is om deze te veranderen in gezonde natuurreservaten, waar wilde dieren vrij kunnen gaan en staan, zonder beperkt te worden door hekken, wildroosters of mensen met een jachtlicentie.
Om inkomen te genereren, zijn in deze afgelegen gebieden de prachtigste lodges gebouwd om de rijksten der aarde te accommoderen voor exclusieve fotosafari’s. Zo werd de oprichting van Great Plains Conservation (GPC) een feit: drie kampen in Kenia (Ol Donyo, Mara Plains en Mara Toto) en vier in Botswana (Selinda, Zarafa, Duba en de Selinda Explorer's camp).
De kleine twee miljoen hectare land die zij nu beschermen, wordt de komende vijf jaar uitgebreid naar zeven miljoen, waarmee D&B’s GPC het ideaalbeeld wordt van waar Willem en Nienke willen werken.
Willem: 'Ja ik heb ze maar gewoon een mailtje gestuurd: filmgek en fysio zoeken baan in de bush. Of wij daadwerkelijk een safarikamp kunnen runnen, hebben wij ons nooit afgevraagd.
Om iets te kunnen, hoef je niet precies te weten hoe het moet. Ik heb ook leren kruipen, lopen en rennen zonder dat mij dat is uitgelegd'.
De Jouberts vonden het mailtje 'interessant', wat dat ook mocht betekenen, maar hadden op dat moment geen mensen nodig. Vijf maanden gingen voorbij, de deadline van hun jacht op een echter leven was bijna verstreken.
Willem en Nienke zijn - met hun tentje en terreinwagen - op huwelijksreis in het ruige gedeelte van Zimbabwe. Willem maakt vuur, Nienke voer. Bij de koffie rond het kampvuur hebben ze het over wat ze willen met hun toekomst. Kinderen? Eigen baas? De stad uit? Het land uit?
Ze hebben allebei een bloeiende carrière, een mooi appartement en een druk sociaal leven. Toch hebben ze beiden het gevoel dat er meer uit het leven te halen is dan ze nu doen. Meer dan salaris, spullen en zekerheid.
Omdat het in Afrika nog zo rauw en dierlijk is, zijn zij ervan overtuigd dat ze dat daar kunnen vinden. In de bush, waar niets voorspelbaar, gecontroleerd en geregeld is.
De Jouberts komen weer ter sprake, waarop Nienke opstaat, naar de auto loopt en de satelliettelefoon pakt: 'Laten we ze bellen'. Ze nemen op en spreken af in Botswana. Ze waren per slot van rekening toch in de buurt.
Na drie weken slechts gedoucht te hebben met bucket showers kloppen zij, een paar dagen later, in hun minst gore kleren aan bij een grote, puntige stalen poort. Ze doen open en we mogen binnenkomen.
Zij zouden even kort kennismaken, kopje thee drinken en weer doorgaan. Het worden twee kopjes thee,
een lunch en een borrel. Willem: 'Hoe het gesprek precies verlopen is, weet ik niet meer, maar vier uur later kregen we een hand en hadden we een baan. Onze droombaan in de bush van Botswana'.
Tijdens de laatste week van hun huwelijksreis vragen zij elkaar meerdere keren of ze echt allebei hun baan gaan opzeggen. Zou het zover zijn? Gaat het nu eindelijk gebeuren? Gaan zij hun huis, familie en vrienden achterlaten voor een onzeker bestaan in het ‘buitenste buitenbos’?
Willem: 'Onze ouders haalden ons op van Schiphol: 'Hoe was jullie huwelijksreis, nog leuke of spannende dingen meegemaakt'? 'Ja, nou, dus, wij hebben groot nieuws voor jullie'.
Je zag de blik in de ogen van onze moeders groter worden. Zouden ze eindelijk grootouders worden...? Op de eerste werkdag na de vakantie zeggen ze hun banen op. Twee maanden later zitten ze in het vliegtuig naar Botswana.