Post die je tegenwoordig uit de brievenbus haalt,
is zelden echt verrassend.
Omdat het voornamelijk kranten en tijdschriften zijn of enveloppen met een zakelijke inhoud.
Daarom viel mij die handgeschreven enveloppe zo op. Hij was aan ons gericht, met keurige, zwierige letters die het gebruik van een vulpen verraadden. De brief zelf was ook handgeschreven.
Ik heb hem gekoesterd, wat bijzonder! Tegelijkertijd maakte ik een sprong in mijn verleden. Realiseerde mij hoeveel ik vroeger als kind geschreven had. Nog zie ik die bank voor me met een inktpotje in het midden. Daarin doopte je dan je kroontjespen.
In het voortgezet onderwijs bleef dat handmatig schrijven: werkstukken, opstellen, dictees, proefwerken.
Kinderen leren nog wel netjes schrijven op school met een balpen. Maar ze maken al op de basisschool digitale werkstukken met foto’s van internet erbij. Hun vingers en vingertjes drukken vooral toetsen van digitale hulpmiddelen in.
Het met de hand schrijven is de grote verliezer
Dat geldt ook voor de handgeschreven brief, die eeuwenlang zowel het zakelijke als het persoonlijke leven heeft gediend. De persoonlijke brieven bevatten vaak emoties: liefdesverklaringen, zorgen, medeleven, vermaningen, misverstanden.
Hele levens zijn te volgen aan de hand van brieven. Wat mensen deden, aten, dachten, waar ze bang voor waren, hun successen en hun nederlagen. Degene die ze schreef, ging er echt voor zitten en stuurde zo, af en toe peinzend stoppend, zijn gedachten en gevoelens naar de ander.
Was daar al schrijvend een beetje op bezoek. Dat alles gaat bij een e-mail niet op. Dan doen we even snel.
Oude traditie
Onze kleinkinderen krijgen van mij met hun verjaardag een handgeschreven brief die ik plak in een dubbele wenskaart die bij de jarige past. Ik plak er ook een foto van de desbetreffende jarige bij.
Daarin beschrijf ik wat hoogtepunten van het afgelopen jaar die wij als grootouders met hem of haar hebben beleefd. Mijn man voegt daar ook nog iets aan toe.
Op dit punt zijn wij willens en wetens ouderwetse grootouders. Het is een traditie die ik van mijn moeder heb overgenomen die, altijd als de verjaardagsdatum van een van haar vele kleinkinderen naderde, naar de boek en kantoorhandel in haar buurt ging om een passende, dubbele verjaardagskaart te kopen.
In de laatste jaren van haar leven deed ze dat met een rollator. Als de papieren gelukwens gekocht was,
schreef ze er met het keurige handschrift van haar generatie er nog een en ander in.
Ik maak veel foto’s, dus er is er altijd wel één te vinden die op de dubbele kaart past. Binnenin zit dan een dubbel gevouwd A-viertje met wat hoogtepunten van het afgelopen jaar die wij samen met het desbetreffende kleinkind hebben beleefd. En vervolgens wordt er een recente foto bijgeplakt.
Het is wel wat gefröbel, maar dan halen ze ook echt wat uit de brievenbus! Hun moeders, onze dochters, hebben al die kaarten met de momentopnames van het leven van hun kinderen bewaard.
Ik was 54 jaar toen wij in verwachting waren van ons eerste kleinkind. Maar hoe jeugdig oma’s tegenwoordig ook zijn (of doen), ze zijn de hoeders van tradities en rituelen.
Vanuit die wetenschap houd ik de handgeschreven brief voor de verjaardagen van mijn kleinkinderen in ere.
E-mails, zelfs in de vorm van digitale kaarten, verdwijnen. Brieven niet. Kortom: wie schrijft, blijft.