Nee, ik bedoel niet de rode oortjes die je zou kunnen krijgen bij het lezen van de 50-tinten serie deel 1 en deel 2.
Ik bedoel de rode oortjes die kleine kinderen krijgen als ze moe zijn.
Ik was onlangs bij een bijeenkomst waar ook jonge kinderen waren. Ze hadden deels een eigen programma, later op de ochtend waren ze weer van de partij.
Een jongetje, ik denk een jaar of drie, liep een beetje verloren rond met hele rode oortjes. ‘Kijk, die is dringend aan zijn middagdutje toe’, hoorde ik zijn moeder zeggen.
‘Jammer he dat dit ‘rode oortjes als je moe bent’ op een gegeven moment verdwijnt. Het is wel een heel duidelijk signaal: ik ben moe en ik moet naar bed toe’, zei zijn oma. Het handige is dat iedereen in zijn omgeving dit signaal kan zien.
Het licht gaat uit
Ik vraag me af of ik ook rode oortjes krijg als ik moe ben. Als ik zelf moe ben (ben ik vaker en sneller dan me lief is), is dat voor de goede verstaander wel aan me te zien. Ik word stiller, trek me terug, praat langzamer, moeizamer, maar er is volgens mij niets aan me te zien.
Dat maakt het voor minder goede verstaanders (de meesten) moeilijk te begrijpen als bij mij bijvoorbeeld om 14.00 uur het licht uitgaat.
Stoplicht
We hadden het er met vriendinnen nog over. Wat zou het handig zijn als je een soort van stoplicht zou hebben. Voor iedereen, óók voor mijzelf, zichtbaar.
Groen: het gaat goed. Oranje: oppassen geblazen, gas terugnemen. Rood: tijdelijk buiten werking.
Oranje
Ik mis zelf vaak het oranje stoplicht. Het ene moment gaat het goed en het volgende moment stopt mijn brein ermee en/of zak ik door mijn benen. Ergens had ik het wellicht aan kunnen zien komen, maar te vaak negeer ik deze vage oranje coderingen.
Ga ik door tot het gaatje en dat terwijl ik weet dat als ik eenmaal rood sta, het extra lang duurt voordat ik weer een beetje hersteld ben. Buitenstaanders hebben ook vaak niets in de gaten. Blijven doorpraten en vragen terwijl ik fysiek en geestelijk al ben afgehaakt.
Ik ben niet moeeeee
Het leek ons, de vriendinnen, een mooie uitvinding. Zo’n stoplicht bijvoorbeeld op een voorhoofd,
voor iedereen zichtbaar. Maar dat is wel een beetje raar. Ik zou daar denk ik niet mee gaan lopen, ook al zou ik daar wel veel baat bij hebben.
Dan toch maar weer terug naar de rode oortjes van de peuter? Alhoewel de peuter zelf nog niets in de gaten had, hij draafde gewoon door. Ik herinner me mijn jongste nog wel: ‘nee, ik ben niet moeeee’, terwijl ze overduidelijk bekaf was.
Wie heeft een idee?
Blijft voor mij de vraag: hoe wordt het zowel voor mijzelf als voor buitenstaanders duidelijk in welke fase ik zit... de oranje of de rode. Als jullie nog ideeën hebben, ik hou me aanbevolen en hoor het graag.