Ik sta vroeg op. Vandaag ga ik naar een pup kijken!
Ik ben zenuwachtig en vrees voor een teleurstelling; ik ben nog zo gek op Ko en ik mis hem!
Als ik op de afgesproken plek aankom, zie ik de Portugese eigenaar met de moederhond aankomen, zonder pups. Ik zet mijn fiets op slot en loop op hem af.
Even denk ik dat hij van gedachten is veranderd...
In een bus geboren
´Where are the puppy´s?´ vraag ik in het Engels, omdat mijn Portugees waardeloos is. ´They are in the bus, on the parking-place.' Voordat we naar de pups gaan kijken drinken we op een terras nog even een kop koffie.
Hij vertelt dat de pups in zijn bus zijn geboren, alle elf! Ze zijn opgeroeid in de natuur met een zee aan ruimte.
Hij heeft zijn bus omgebouwd, zodat hij erin kan wonen. Dat klink goed in mijn oren.
Ogen als Cleopatra
Ik betaal de koffie en we lopen naar de bus. Als we voor de bus staan schuift hij de deur open. Op het bed liggen drie prachtige pup´s. Ze zijn drie maanden en liggen languit. Een licht beige mannetje, een zwart-wit-beige vrouwtje en een egaal bruin teefje met ogen als Cleopatra, ze verroerd geen haar. De andere twee kwispelen, springen tegen mij op en likken mijn gezicht schoon. Zij niet, ze ligt, ze snuift zachtjes en kijkt onafgebroken mijn ziel in. Dit is ´r! Het is een onverklaarbaar gevoel dat ik wéét dat zij mijn hond is.
Ik hoef geen moment meer na te denken. Ik pak haar op en knik tegen de eigenaar dat ik haar graag wil.
Hij feliciteert me met een kus. We laten de honden nog even samen spelen, als een soort van afscheid. Ik haal mijn fiets op en wacht tot ze klaar zijn.
Wat ga je met me doen?
De eigenaar neemt de honden mee, ik pak het vrouwtje op en zet haar in de houten kist van Ko. Ze kijkt me beteuterd aan alsof ze wil zeggen: ´Waar gaan we naar toe, waar zijn mijn moeder, mijn broer en mijn zusje?´ Keer op keer zeg ik dat het goed komt en langzaam loop ik met de fiets aan de hand naar huis.
Teuntje van Portugal
Die avond ben ik op zoek naar een naam. Ze piept zachtjes en ruikt als een echt puppie. Zal ik haar Koosje noemen? Als ik dat een paar keer hardop zeg, klinkt het alsof ik Ko´tje zeg, met een spraakgebrek.
De hond van mijn broer heet Teuntje, dat vind ik en leuke naam! Ik bel hem op om te vragen of hij daar geen problemen mee heeft. ´Alleen als je haar Teuntje van Portugal noemt,' antwoordt hij lachend.
Bijt u?
Het is een pittig hondje die Teuntje. Ze gromt als een leeuwin als er een buurthond voor de deur staat en als ik bezoek krijg, rent ze er met alle kracht blaffend op af. Ik wilde graag een waakhond, nou en die heb ik!
Mijn boek Cappuccino met karakter is inmiddels uitgegeven, dus is het weer tijd om tussen de mensen te gaan wonen. Ik vind een huisje op een soort van vakantieoord waar het een gaan en komen is van mensen,
goede training voor Teuntje. Telkens als er nieuwe gasten komen, vliegt ze naar buiten met een hoop kabaal.
Keer op keer loop ik mee en stel iedereen gerust.
Op laatst maak ik er maar een grapje van en vraag aan de nieuwe gast of hij of zij bijt (…). Als een moeder leg ik keer op keer uit dat ze nog jong is en in de natuur is grootgebracht etc., etc. En dat ze nog zoveel moet leren.
Braaf te wachten
Ze is aanhankelijk, stoer en ik hou net zoveel van haar als van Ko. Vaak zeg ik als ze bij me in bed ligt: ´Dat kan toch helemaal niet Teuntje, ik hield zoveel van Ko´tje...´Dan rollen we stoeiend over het bed. Al snel wordt Teuntje een echt puberhondje en luistert voor geen meter. Als ik haar roep gaat ze op haar gemak een gat graven met haar kont mijn kant op.
Als ik een auto huur, verdomd ze het om in te stappen, ik rij weg en dan ze rent, alsof haar leven ervan afhangt, achter me aan. Ik laat haar menig maal na een wandeling achter bij een strand of natuurgebied om een uur later weer terug te gaan. Ze zit altijd braaf te wachten en maakt een koprol als ze me ziet. Mijn leesbril, mijn sloffen en zelfs mijn boek heeft ze met haar scherpe tanden te pakken gehad.
Van hot naar her
We gaan overal naar toe. Soms met de trein, met de bus of in een boot. Ze groeit al snel uit de houten kist achterop de fiets en loopt aan de riem naast me. Ik zet haar regelmatig tussen een kudde schapen en werk een maand vrijwillig in een manege met elf paarden, zeven katten en drie honden. Ze rent en speelt met alle dieren.
Ik neem haar mee naar de drukke zaterdagmarkt en leer haar mij te volgen. Meestal koop ik een onsje ham en dan weet ze me te vinden. We zijn altijd samen. Ik ben dol op haar. Net als Ollie en Ko haalt ze het beste uit me naar boven. Menigeen maakt een foto van haar en kunstenaars zetten haar maar al te graag op het doek.
Negro
Haar eerste loopsheid weet ik te onderdrukken met de pil, de tweede loopsheid laat ik de natuur zijn gang gaan. De bus ligt vol met handdoeken en ik hou haar binnen. Buurthond Negro gilt nachten lang. De deuren van mijn bus zitten onder de krassen. Teun weent. Ik heb het gevoel dat ik in een drama van Romeo en Julia ben verwikkeld.
Na bijna drie weken denk ik dat de loopsheid zo goed als voorbij is en laat haar eventjes los. Negro komt de hoek om. Teun stuift op hem af, gooit haar kont in de strijd en als vuurpijlen schieten ze weg. (…). Na twee uur komen ze terug. Teun huppelt en heeft een blik in haar ogen die ik nog niet eerder heb gezien. Negro zwalkt achter haar aan met zijn tong op zijn hielen. Hij is al tien en begint al grijs te worden. Arme Negro, hij kan niet meer...
Vier stuks
Naarmate de tijd verstrijkt wordt Teuntje stiller en haar tepels zetten op. Om zeker te zijn ga ik met Teuntje naar de dierenarts. Mijn vermoeden klopt, ze is zwanger. Ik kan meekijken op de echo en zie vier hartjes kloppen.
Rond 23 maart komen de pups. Ik sta met de bus in een natuurgebied waar ze in alle rust kan zwangeren. Ik ben plaats aan het maken onder mijn bed, wie weet dat ze daar haar nest wil gaan maken. Of in de natuur, zij weet als geen ander wat het beste is voor haar pups.
Het verdriet door het verlies van Ollie en het plotselinge vertrek van Ko heeft Teuntje in alle toonaarden rechtgetrokken, door alleen maar Teuntje te zijn.