De bekkenbodem en de lage rug/bekken

Paula komt de praktijk binnen. Ik heb rugpijn, al heel lang. Ik doe er van alles aan, ik fitness en zo, maar het werkt niet. Bovendien ben ik het zat.

Eigenlijk was ze boos. Zoveel therapeuten gehad, zoveel geld uitgegeven, maar effect ho maar. En nu vertelt mijn vriendin dat ik maar naar jou moet gaan.

Weer een therapeut! Ze laat een diepe zucht. Als ik eerlijk ben, heb ik er helemaal geen zin meer in.

 


Na wat voorzichtige inleidingen kwamen we tot een gesprek en bleek dat ze sinds de geboorte van haar kinderen bekken en rugklachten had. Daarna van alles geprobeerd, maar na de scheiding was het een hectische toestand met de kinderen en het kwam er niet meer van.

Vandaag schrijf ik over de rol van de bekkenbodem bij de stabiliteit van lage rug en bekken. Dit wordt best een ingewikkeld verhaal en ik heb er bewust mee gewacht en je eerst de andere informatie in de afgelopen weken gegeven.

Stabiliteit van het bekken

Naast alle al eerder vermelde functies bij plassen, ontlasten en seksualiteit heeft de bekkenbodem nog een belangrijke rol: bij de stabiliteit van het bekken en de lage rug. Als je al eens last hebt gehad van een steeds terugkerende lage rugklacht is het goed deze informatie te lezen.

Bij klachten krijg je al snel stabiliserende oefeningen waarbij de druk in de buik verhoogt met als doel de romp wat beter tegen de zwaartekracht en het eigen lichaamsgewicht te beschermen.

In je buik en romp zitten diepe spieren (diepe dwarse buikspier, de transversus abdominus en de diepe rugspieren, de multifidi). Uit onderzoeken weten we inmiddels dat juist bij mensen met steeds terugkerende lage rugklachten deze spieren zijn verzwakt, niet goed voorspannen en zich niet automatisch herstellen.

Zonder dat je het weet spannen deze spieren namelijk net iets eerder aan dan de spieren van de romp, armen en benen hun beweging uitvoeren. Dit noemen we het voorspannen. Het voorspannen gebeurt om de romp te stabiliseren als de armen of benen activiteit ondernemen. De dwarse buikspier heeft maar weinig kracht nodig, maar het is vooral de timing en de dosering die van belang zijn.

Grappig is dat we ons moeten realiseren dat de dwarse buikspier de enige spier in ons lichaam is die het linker en rechter deel van het lichaam met elkaar verbindt en dan ook nog verbonden is met de diepe rugspieren.
Zo ontstaat er een soort cilinder waarin ook de wervelkolom is opgenomen.

Maar laten we niet de onderzijde van de romp vergeten waar de bekkenbodemspieren zitten. Uit onderzoek is bekend dat ook de bekkenbodem voor ongeveer meewerkt aan de stabiliteit van de romp (8,5%).

Maar als er ergens een verstoring is in die balans, bijvoorbeeld omdat de bekkenbodemspieren overactief zijn, worden de diepe rugspieren vanzelf minder actief. De bekkenbodem en de diepe rugspier werken namelijk tegenovergesteld zoals de biceps (die de arm buigt) en de triceps (die de arm strekt).

Wat moet er gebeuren om dit evenwicht te herstellen?

Allereerst moet gekeken worden hoe en in welke mate de verschillende spieren van de romp functioneren. Vervolgens moet natuurlijk ook gekeken worden of de  bekkenbodem overactief is (zie eerdere blogs). In dit geval is een bekkenfysiotherapeut de aangewezen persoon om dit uit te zoeken. Ernstiger vormen van overactiviteit zijn vaak al met het stellen van de juiste vragen te achterhalen.

Wat we al wel weten is dat intensief trainen op de fitness apparatuur vaak averechts werkt. Het is dus cruciaal dat eerst de kleine stabiliteit van de diepe rugspieren, de lage dwarse buikspieren en de bekkenbodem weer in balans zijn. Daarna kun je weer verder trainen op eigen kracht.

Begin dus bij het begin en vaak is het dus een samenwerking tussen de manueel therapeut en de bekkenfysiotherapeut die dat mogelijk maakt.

Paula is uiteindelijk na alle uitleg toch met de therapie begonnen. Vooral toen ze begreep of alles te verklaren was. Inmiddels gaat het redelijk met haar.

Gerelateerde artikelen

FemNa40