Een achternaam krijg je mee van één van je ouders.
Vroeger waren partners 9 van de 10 keer getrouwd en kreeg je als kind de achternaam mee van je vader.
Dit was heel vanzelfsprekend.
Gaandeweg werden er nieuwe wetten aangenomen voor het toekennen van een achternaam. Ben je niet getrouwd dan kan het kind ook de naam van de vrouw krijgen. Mooi is dat!
Het kan ook zijn dat je als kind bent erkend door de vriend van je moeder op het moment dat je moeder met haar vriend in het huwelijk trad. Als de vriend van je moeder ook nog eens niet jouw biologische vader blijkt te zijn, krijg je weer een heel ander verhaal.
Een persoonlijk verhaal
Wat als je moeder op jonge leeftijd na zo’n 7 maanden ontdekte dat zij in verwachting was, haar relatie voor die tijd heeft beëindigd en toch heel bewust voor jou heeft gekozen?
Dat klinkt heel mooi, maar een makkelijke weg zal het niet zijn geweest. Helemaal niet vroeger in de kleine(re) dorpen waar zo goed als het hele dorp katholiek was en dit als schande werd gezien.
Bij de geboorte kreeg je de achternaam van je moeder omdat er geen vader meer in beeld was. Op je geboorteakte staat de naam van een vrouw die bij de bevalling aanwezig is geweest en inmiddels (nu 39 jaar na dato) is overleden.
Het krijgen van de naam van je moeder is op zich wel iets om trots op te zijn. Daar ben je je op latere leeftijd goed van bewust. Het is eigenlijk heel speciaal. Het maakt je anders, althans dat ervaar je zelf zo.
Tot je moeder na 4 jaar een relatie krijgt met een nieuwe man. Een man die koos voor haar en jou als kind ‘erbij’ kreeg, ze samen een nieuw nestje bouwden en enkele jaren daarna in het huwelijk traden.
Voorafgaand aan het huwelijk werd jij erkend door deze nieuwe vriend en kreeg je zijn achternaam in plaats van de ‘speciale’ naam van je moeder.
Het leven
Je kende goede tijden en er ontstond een soort van basis. Een echt stabiele basis heb je niet meegekregen, want die wordt gelegd in de eerste 3 jaren van je leven. Je basis krijg je mee van je moeder én vader (of vaderfiguur)!
Je moeder heeft je goed opgevoed. Je bent niets tekort gekomen. Ook niet in het leven met de nieuwe vriend. Hij, maar ook je moeder, werkten om met elkaar een goed leven te hebben.
Tot je opgroeit en wijzer wordt, later naar bed gaat ’s avonds, meer hoort en ziet (gebeuren) en verdriet, boosheid en frustratie herkent. De ‘pijn’ voelde die je moeder heeft ervaren.
Dienst Justis
Na heel wat jaren de situatie te hebben bekeken, het overlijden van mijn moeder te hebben verwerkt en meerdere (lees: vele) redenen hebt om los te komen van ‘de vriend’ van je moeder, kun je er voor kiezen om je achternaam te laten wijzigen in de naam van je moeder.
Je komt dan terecht bij Dienst Justis. Via internet kun je allerlei informatie downloaden en dien je jouw verzoek schriftelijk in te dienen middels een standaardformulier waarbij je ook nog eens de categorie dient aan te geven waar je verzoek betrekking op heeft.
Gezien deze complexe situatie is er geen categorie die exact aansluit bij het door jou in te dienen verzoek.
Dus je belt Dienst Justis en vraagt of je het formulier ook zonder categorie kunt inleveren en deelt gelijk mee dat je er een uitgebreid begeleidend schrijven in meestuurt. Dat blijkt niet te kunnen. Maar je doet het toch!
Dus na veel vijven en zessen de moedige stap gezet, het formulier ingevuld en het begeleidend schrijven uitgewerkt op niet minder dan vier A4-tjes. Als ze nu niet overtuigd zijn!