Stef Bos schreef een heel mooi liedje: ‘Papa, ik lijk steeds meer op jou.’ Ik ga steeds meer op mijn moeder lijken.
Zij was al vroeg politiek betrokken, ze kwam uit een arbeidersgezin en mocht van haar vader na de basisschool niet verder leren.
Een paar jaar Huishoudschool, meer mocht niet en dat terwijl de pastoor nog aan huis was geweest om haar vader, mijn opa, ervan te overtuigen dat mijn moeder de hersens had om hogerop te komen. Helaas, mijn opa vond dat meisjes moesten koken, poetsen en naaien.
Ze heeft het hier haar hele leven moeilijk mee gehad. Moest op haar 15e in dienst bij een mevrouw om inderdaad te gaan poetsen. Was ze in een ander gezin opgegroeid of had haar vader zijn ego opzij kunnen zetten c.q. verder nagedacht, had ze zeker naar de Mulo kunnen gaan.
Rechtsongelijkheid
Door op haar 15e te moeten gaan poetsen bij een mevrouw in een grote villa, was ze zich al heel vroeg bewust van rechtsongelijkheid. Ze heeft mijn broer en mij ook altijd bijgebracht dat niet alles in deze wereld eerlijk verdeeld is. Ze stelde de vraag: 'Waarom staan de grote villa’s altijd aan de rand van het dorp en de kleine arbeidershuisjes opeengepakt in het centrum, die armere mensen willen ook wel mooi uitzicht.' Maar ook gaf ze Nederlandse les aan migrantenvrouwen en probeerde hen bij de Nederlandse maatschappij te betrekken.
Protestkiem
Mijn moeder en ik protesteerden tegen de bom. Ze maakte me bewust van ‘Baas in eigen buik’. Kwam later als lid van de ANBO op voor de ouderen in de samenleving. Door de weigering van haar vader haar verder te laten leren, was er een kiem geplant, een protestkiem.
Dat kiem zit ook in mij, merk ik nu. Ik heb ook zo’n protestkiem. Ik mocht gelukkig wel verder leren, mij werd niets in de weg gelegd. Ik heb nu een goed leven, maar ben nog steeds met één been een arbeiderskind. Ik ben me er altijd van bewust dat goed kunnen en mogen leren geen vanzelfsprekendheid is. Dat we bakkers en slagers net zo hard nodig hebben als professoren. En dat ik meer eerbied heb voor een hardwerkende thuis-zorgmedewerker dan voor bijvoorbeeld een directeur van een multinational.
Bijstand
Toen mijn moeder op latere leeftijd in de bijstand belandde, kwam ze, tegen haar wil, in aanraking met een enorm bureaucratische rompslomp. Ieder jaar opnieuw moest ze zich financieel helemaal blootgeven.
Alles moest openbaar gemaakt worden. Ieder jaar opnieuw maakte ze zich daar ontzettend druk over.
Als bijstandstrekker werd je schuldig verklaard en moest je zelf jouw onschuld bewijzen (dit in tegenstelling tot een ordinaire dief). In die tijd werd ze dan ook lid van de SP.
Brief aan de Minister
Mijn moeder heeft in die tijd een brief geschreven, volgens mij aan Minister Zalm. Ze deed haar beklag over de nutteloze papierwinkel en het bij voorbaat in twijfel trekken van bijstandsgerechtigden. In mijn yuppie-jaren lachte ik daar een beetje om. ‘Mam, waar maak je je nu druk om. Die papierwinkel moet gewoon ieder jaar,
geen gezeur, gewoon doen.' En de SP was voor mij de partij met die gekke tomaat.
De geest van mijn moeder
Mijn moeder is inmiddels alweer 7 jaar geleden overleden, maar haar geest is nog springlevend. Ook ik kan me druk maken om dingen waar ik als burger weinig invloed op heb. Over de openingstijden van apotheken in de avonduren bijvoorbeeld. Ik overweeg zelfs om lid te worden van de SP, omdat deze partij het opneemt voor chronisch zieken. Waarom moeten wij zo’n hoge eigen bijdrage betalen? We hebben er niet om gevraagd om ziek te worden, maar moeten er wel voor betalen.
Brief aan Minister Schippers
Gisteren ben ik echt in het voetspoor van mijn moeder getreden. Ik heb een brief aan Minister Schippers geschreven (en verstuurd). Reden: haar besluit om de Fampyra, de ‘looppil’ niet te gaan vergoeden. Dit heeft een directe en enorme impact op mijn leven. Door deze pil te mogen slikken ben ik niet alleen beter gaan lopen, maar heb ik ook meer energie. En dat laatste is in eerste instantie prettig voor mij, maar ook voor mijn gezin.
Ik kan nu ’s avonds het eten verzorgen i.p.v. dat manlief dit na zijn drukke werkdag nog moet gaan doen.
En geloof me, ik ben thuis een stuk aardiger als ik niet heel moe ben.
Maar goed, Mevrouw Schippers heeft in haar wijsheid besloten (dit is eigenlijk een contradictio in terminis, want zo wijs is dit besluit niet) Fampyra niet te vergoeden. Ondanks het feit dat 33% van de MS patiënten hier veel baat bij heeft. Ik moet er niet aan denken dat ik straks (vanaf half april) deze pil niet meer kan slikken. Voordat ik de looppil mocht gaan gebruiken, ging het slecht met me, nu gaat het stukken beter.
Ik heb zelfs de energie voor vrijwilligerswerk en dat is dan weer fijn voor de oudere dame in het verzorgtehuis. Met mij komt ze ook weer eens buiten.
Antwoord
De brief is gepost en ik wacht met spanning af. Zou ze zo beleefd zijn om mij tenminste een antwoord te sturen. En zo ja, wordt dat dan een standaard antwoord in de trant van: ‘we hebben uw brief ontvangen en u hoort nog van ons’? Of krijg ik haar straks aan de telefoon?
Ik wacht in spanning af. Niet alleen of ik überhaupt een antwoord krijg. Maar vooral ben ik benieuwd naar haar antwoord. Blijft ze bij huidig standpunt, dan ben ik straks terug bij af, achteruit i.p.v. vooruit. Als haar antwoord luidt dat Fampyra wel vergoed gaat worden, dan gaat de vlag uit.
Wordt vervolgd.