De bezuiniging op de kindertoeslagen doet steeds meer ouders beslissen om de (schoon)ouders in te schakelen voor de vaste oppas van de kleinkinderen.
Hoe sta jij tegenover het feit om straks op je kleinkinderen te passen? Ouderen van vandaag zijn actiever en staan nog druk in het leven en willen vaak nog van alles ondernemen.
Bedenk daarom vooraf goed wat je wilt en wat praktisch haalbaar is. Het is goed te overwegen of je het wil en hoeveel dagen je beschikbaar bent.
Hoe vaak en bij wie?
De meeste oma’s en opa’s passen een tot twee dagen per week op. Komen de kinderen naar jou toe of ga jij naar de kleinkinderen toe. Beide situaties hebben zo hun voordelen.
Ga jij naar de kleinkinderen toe, dan hoeft er niet gesleept te worden met allerlei spullen en kan het kind heerlijk in zijn eigen bedje slapen. Komen zij naar jou toe, dan heeft dat weer andere voordelen, zoals niet vroeg de deur uit gaan en het doen van huishoudelijke klusjes tussen door.
Goede afspraken en regelmaat
Wanneer grootouders op vaste dagen oppassen, is het verstandig om goede afspraken te maken. Zij worden dan ook deels mede-opvoeders van het kind of je wilt of niet. Het is aan te raden vooraf zaken met elkaar door te spreken om problemen te voorkomen.
Het kind is ook gebaat bij regelmaat in het dagritme. Probeer dan ook de slaap- en etenstijden aan te houden en pas je daginvulling daarop aan. Afspraken over voedingsregels en andere gedragsregels zijn ook belangrijk.
Maak je echter niet te druk als het kind bij jou iets mag en bij de ouders niet. Kinderen leren snel en zijn flexibel genoeg welke regels er zijn bij opa en oma, als je wel maar duidelijk en consequent blijft in het hanteren van de regels.
Daarnaast is het juist fijn om nu eens geen opvoeder te zijn, maar tomeloos te kunnen genieten van je kleinkinderen.
