Werkhoudingsproblemen

Ieder kind gaat aan de slag als er een opdracht wordt gegeven. Doet hij/zij dit op een goede manier, dan kun je zeggen dat hij een goede werkhouding heeft.

Sommige kinderen hebben hier echter moeite mee en beginnen op een verkeerde manier aan de opdracht. Je spreekt dan van een werkhou-dingsprobleem.

 

Je ziet dit vaak aan het gedrag. Het kind begint bijvoorbeeld al voordat de opdracht is gegeven of begint er juist niet aan. Het kan ook in het denken van het kind zitten. Het kind is snel afgeleid of droomt heerlijk weg en begint aan de opdracht zonder een plan van aanpak.

Oorzaken

Verschillende factoren kunnen meespelen als er sprake is van werkhoudingsproblemen. Het kan een probleem zijn wat zich in het kind afspeelt, kindfactor, of door de omgeving wordt beïnvloed, een sociale factor. 
Een belangrijke voorwaarde voor een goede werkhouding is de motivatie van een kind. Allerlei factoren kunnen van invloed zijn op het gedrag van kinderen en dus ook op de werkhouding.

Kindfactoren

Kindfactoren kunnen zich op medisch, emotioneel of cognitief vlak afspelen. Medisch lichamelijke factoren zijn er bijvoorbeeld als een kind ADHD heeft, waardoor hij een concentratiestoornis heeft en daardoor snel afgeleid is/wordt. 

Op emotioneel vlak kan er sprake zijn van faalangst, waardoor een kind door negatieve gevoelens/gedachten zichzelf niet kan motiveren om aan de slag te gaan omdat  'het toch niet zal lukken' (negatieve gedachte).

Cognitieve factoren spelen mee als een kind bijvoorbeeld in het verleden niet alles goed heeft kunnen opslaan en gebruiken ten aanzien van geleerde zaken en daardoor de opdracht niet kan begrijpen of uitvoeren. Dit kan te maken hebben met verschillende factoren van de intelligentie als  onder andere motoriek, taalontwikkeling, ruimtelijk inzicht etc.

Omgevingsfactoren

Omgevingsfactoren kunnen zijn: de leerkracht, kenmerk van de taak, sociaal emotionele en sociaal materiële factoren. De leerkracht speelt een belangrijke rol bij de omgevingsfactoren vanwege de manier hoe hij de opdracht overbrengt (gestructureerd) en op welke manier (positief). Taakkenmerken kunnen zijn het tijdstip van het  aanbieden of hoe leuk het wordt gebracht door de leerkracht.

Ouders en leeftijdsgenootjes hebben ook invloed op de werkhouding van het kind (sociaal-emotionele factoren). Hoe gaan ouders om met het kind ten aanzien van het huiswerk maken? Wordt het kind thuis gestimuleerd en zijn er regels die gehanteerd worden? Een kind die dit thuis niet gewend is, zal hiermee op school ook moeite hebben.

Sociaal materiële factoren zijn bijvoorbeeld de wijze waarop het klaslokaal of de kamer thuis (gezellig) ingericht is, waarin het kind moet werken.

Kenmerken

Er zijn een aantal kenmerken van werkhoudingsproblemen. Een kind kan last hebben van één of van meerdere kenmerken. De meest voorkomende zijn: concentratieproblemen, impulsieve houding, weinig zelfstandig werken, werktempo en weinig zelfcontrole. Twee belangrijke punten voor werkhoudingsproblemen zijn: structuur en geduld.

Tips

Wil je jouw kind thuis helpen bij zijn werkhouding, dan zijn de volgende tips aan te raden:

  • Stel grenzen aan zijn/haar gedrag, zodat zij weten waar ze zijn aan toe zijn en geef daarnaast aan wat je wel van hen verwacht.
  • Breng structuur in het dagpatroon.
  • Maak je kind bewust van het negatieve gedrag. Ze hebben het vaak niet eens door. Wijs hen erop (niet bestraffend) en zeg welk gedrag je wel wilt.
  • Complimenteer je kind als hij iets goed heeft gedaan en werk niet met beloningssystemen voor het maken van huiswerk. Zij gaan dan alleen maar werken voor de beloning.
  • Zorg dat je kind naar je toe kan komen als het ergens mee zit. Houd de relatie en communicatie open, zodat zij altijd bij je terechtkunnen.

Wil je meer hierover weten? Laat dan een reactie achter bij de comments hieronder of kom naar het
gratis online adviesspreekuur (op de even weken op dinsdagavond van 19.00-20.00 uur).

Marilva Dikmoet/MD Hulp Online

FemNa40