Met of zonder kinderen op vakantie

Het kwam ter sprake toen onze dochter een jaar was.

Haar vader en ik gingen trouwen en de huwelijksreis werd besproken.

Ik kon het niet, ze hoorde erbij.

 

Vreemd dat ik toen geen week zonder haar voor me kon zien en het nu door onze scheiding om de week een week zonder doe. Dat waren op dat moment gelukkig nog geen beelden waar ik zicht op had. Ergens vond ik het op dat moment wel zwak van mezelf. Wat was nou een weekje? Hoorde een huwelijksreis niet om ons tweeën te gaan, even tijd voor ons.

Ik kampte vroeger met heimwee en verwachte dat ook van haar. Wilde haar dat intense verdrietige gevoel niet aandoen. Waarom ik er misschien allemaal zo zwaar aan tilde, werd later duidelijker. Steeds kwam in mijn herinnering naar boven dat ik op eenjarige leeftijd een vakantie van mijn ouders niet mee ben gegaan. Heeft dit zo’n impact op me gehad dat het na 44 jaar steeds terugkomt? Wie kon dat weten?

Ik kroop terug in mijn huid en schreef wat ik dacht te hebben beleefd. Een deeltje van mijn schrijftherapie.

Ik doe geen uitspraak of je wel of niet met je kinderen op vakantie gaat, ik vel geen oordeel, trek geen conclusie, want groot is de kans dat de oorzaak ligt in het feit dat ik mijn moeder al veel te vroeg voor altijd moest missen. Was deze terugblik op een vakantie nodig om me bewust te maken van dat wat ik niet zag?

Hoe moest ze het weten?

Hoe moest ze het weten dat ze wel weer werd gehaald? Haar hersenen nog niet dusdanig ontwikkeld dat tijdsbegrip er een plaats in had. Hoe moesten haar ouders weten wat een verdriet en angst er schuil ging achter die grote ogen, ze had nog geen stem te verheffen.

Huilen kon niet van tevoren, ze overzag niet wat er ging gebeuren. Ergens voelde ze iets spannends aankomen, ergens zag ze de bedrijvigheid om haar heen. Dit keer had de drukte niets met haar te maken. Blije opgetogen gezichten pakten tassen. Er werd ook een tas voor haar ingepakt.

Achter het raam zag ze al die zwaaiende mensen met hun tassen. Achter haar stond haar tas. Mama waar ga je naar toe, stond in haar grote ogen geschreven, onleesbaar voor de grote mensenwereld. Ik huil niet dus in hun ogen is alles oké.  Mama waarom ben ik hier? Wie zijn die mensen?

Ik draai me om en besluit dat ik in deze periode wil leren lopen. Dan kan ik gaan en staan waar ik wil.

Hoe kon ze weten dat ze weer werd opgehaald. Na twee weken kwamen de enthousiaste gezichten weer terug. Heeft niemand mij dan gemist? Doet mijn gevoel er niet toe? Blijkbaar niet. Misschien als ik in het vervolg liever ben, niet huil, mijn geluid niet verhef... misschien... misschien mag ik dan de volgende keer mee. Misschien horen ze mijn wensen dan.

Nu, jaren later, weet ik dat deze keuze mijn stem deed verstommen. Dat ik zo stil werd in het uiten van mijn wensen dat ik ze zelf niet meer kon horen. Nu, jaren later, ben ik teruggekeerd naar dat kleine meisje en heb haar opgehaald. Alleen heb ik nooit zover durven gaan maar met de juiste hulp... 

Ik heb haar verdriet in de ogen gezien, geluisterd en haar gekoesterd. Daar waar ze toen om vroeg heb ik haar nu kunnen geven. We zijn weer samen, mijn stille wensen en mijn hoorbare stem. De stem is nog klein maar we zullen nu samen verder groeien. Mijn gevoel doet er wel degelijk toe al is het slechts in mijn eigen ogen dat is een goed begin.

Gerelateerde artikelen

FemNa40