De maand maart is meestal een drukke maand in onze tuinen.

De tuinkriebels die beginnen te komen en zeker als het niet vriest, kunnen we al veel doen.

Het begint met:

• Het bemesten van de tuin.
   
• Check even of je grasmaaier nog scherp is, anders even een onderhoudsbeurtje geven.
   
• Denk aan de nestkastjes, zodat de vogels eraan kunnen wennen voordat het broedseizoen begint. 
  De nestkasten met de opening naar het oosten of het noordoosten.
   

Siertuin

Heesters die in de zomer zullen bloeien, mogen we nu nog snoeien. Voorjaarsbloeiers snoeien zou betekenen dat we de takken met de bloemknoppen wegknippen.

Buddleia Davidii of Vlinderstruik, Kornoelje (Cornus) en de Pluimhortensia (Hydrangea) kun je nog tot eind deze maand vrij kort insnoeien.

Vlinderstruik snoeien

• Bladverliezende en ook groenblijvende sierheesters en bomen kunnen worden geplant of verplant. Bij het verplanten is het bij de bladhoudende heesters aan te raden een zo groot mogelijke plantkluit te behouden. Sierheesters die zijn opgekweekt in grote potten kunnen het hele jaar door worden uitgeplant.
   
• Bij de rode Kornoelje, die de hele winter voor kleur en sfeer in de tuin heeft gezorgd, kunnen nu de takken worden uitgedund. Verwijder de dikste takken zodat je struik steeds veel jonge, frisse takken bezit die niet te hoog of te wild uitgroeien.
   
• De tuinliefhebbers die een Eucalyptus in de tuin hebben, kunnen hun plant deze maand goed diep inknippen. Snoei de meer dan één jaar oude takken terug tot op ± 15 cm van de stam. Hierdoor ontstaan een bossige plant met de mooie bladeren.
   
• Hakken en wieden. Het onkruid begint goed te groeien. Verwijder het wanneer je het ziet en laat het niet groeien tot het zich uitzaait. Met een hak of met een schoffel kun je al snel hele oppervlaktes onkruidvrij maken. Als  je dit doet bij zonnig weer zal het uitgehakte onkruid al spoedig uitdrogen.
   
• Vaste planten kunnen vanaf deze maand de goed voorbereide border in. Na het planten goed aandrukken en aangieten zodat de planten gemakkelijk kunnen aanslaan (= snel inwortelen).
   
• Vaste planten scheuren (vaste planten vermeerderen).
   
• Als vaste planten enkele jaren oud zijn, beginnen de oudste delen in het midden af te sterven. Het is aan te raden om vaste planten om de drie jaar eens uit de grond te halen. Trek of snijd de jongste en meest groeikrachtige planten aan de rand van de pol los en gooi het oude hart weg. Plant de jonge stukken terug als aparte planten in de tuin. De grond nog wat bemesten door er wat compost door te mengen. Plant ze even diep als ze oorspronkelijk stonden. Vergeet na het inplanten niet de jonge planten een goede gietbeurt te geven. De jonge planten zullen snel terug groeien tot prachtige  bloeiende planten.
   
• Houd de temperatuur in de gaten voordat je de winterbescherming weghaalt. Voor nog eventuele nachtvorst.
   
• Breng rond de zuurminnende planten bijvoorbeeld bij Camelia, Heide, Pieris, Azalea's, Skimmia, Calluna een laagje turf van enkele centimeters dik aan. Deze mag gerust lichtjes worden ingewerkt met een hak of cultivator. Bij Rhododendrons alleen tuinturf aanbrengen rond de plant en deze niet harken nog frezen, omdat Rododendrons een oppervlakkig wortelgestel hebben dat hierdoor ernstig beschadigd kan worden.
   
• Start tijdig met het vangen van de slakken. April is de maand dat slakken hun eerste ± 400 eieren leggen via kieren onder aardkluiten. Na 3 weken komen de eitjes uit en amper 2 maanden later zullen deze zich eveneens al beginnen voort te planten. Het is dus belangrijk om al vroeg in het voorjaar het aantal slakken in de tuin te bestrijden om later in het jaar een slakkenplaag te voorkomen.
   

Gazon

Het gras begint boven de 6°C te groeien. Het maaien kan vanaf half maart weer beginnen. Een tuin met een pas afgereden gazon ziet er onmiddellijk voor de helft mooier uit. Als er veel mos in het gazon zit, kun je deze maand gaan verticuteren. Met een verticuteerhark of verticuteermachine trek je alle mos, afgestorven gras en maairesten van tussen het gras uit. Daarnaast breng je ook lucht in het gazon. Schrik niet van de hoeveelheid vuil die de verticuteermachine uit je gazon haalt. Breng het naar de composthoop of de compostcontainer.

Als het gras weer gaat groeien heeft het ook voedsel nodig. Geef nooit meer dan de aangegeven dosis,
om verbranding van het gazon te voorkomen..

Afsteken graskanten

Steek het gras met een graskantensteker langs de gespannen plantkoord af. Zorg ervoor dat de graskantensteker schuin de grond ingaat. Zo staan de kanten stevig vast; dit om te vermijden dat de boord afbrokkelt. Het gras zal dan ook veel minder vlug in de percelen groeien of woekeren.

Bloembollen

• Stekjes van Dahlia's. De ± 10 cm hoge scheuten kunnen onder de eerste bladknoop worden afgesneden met een scherp mes. De onderste bladerenverwijderen.
   
• De uitgebloeide Narcissen vormen zaaddozen die veel energie van de planten vragen. Daarom is het aan te raden om toch wekelijks de uitgebloeide bloemen te verwijderen.
   
• De Canna Indica of Indisch Bloemriet mag nu worden opgepot. Na het oppotten blijven deze nog op een vorstvrije ruimte, tot ze tegen eind april naar buiten mogen.
   
• Bloembollen van verschillende zomerbloeiende planten mogen nu al de grond in. Gladiolen, Crocosmea en Anemoontjes komen hiervoor in aanmerking. De nog meer vorstgevoelige zomerbloeiende bloembolplanten zoals de Ananasplant (Eucomis) en de Tijgerbloem (Tigridia) kunnen beter nog wat binnen blijven.

Groententuin

Start pas met het planten van groenten als de grond voldoende is opgewarmd. Je kunt de grond sneller opwarmen door er een kweektunnel met folie boven te plaatsen. Deze kun je kopen in vele tuincentra, maar je kunt het ook makkelijk zelf maken met behulp van dunne elektriciteitsbuizen. Deze steek je langs de ene kant voldoende diep in de grond en het andere uiteinde verdwijnt dan in de bodem, met een grote boog aan de overkant van het zaaibed.

Kweektunnel vliesdoek

Buiten planten van de jonge afgeharde groenteplanten zoals Koolrabi, Bloemkolen en Slasoorten. In maart kun je al groenten zaaien zoals Sjalotten, Spinazie, Komkommers, Sla, Wortels, Pastinaken, Radijsjes, Prei, Paprika, Aubergine, Tomaten. Leg boven het zaaibed een vliesdoek als bescherming tegen de ergste kou.

Bron