Vrouwen en tegenwoordig ook mannen die wat ouder worden en een slappere huid krijgen van de hals, wangen en kaaklijn, zien in de spiegel hoe ze er weer een stuk jonger uit kunnen zien.
Ze duwen de huid omhoog vanaf de kaaklijn, waardoor de huid van de hals strak trekt, de hoek tussen keel en de onderkant van de kin weer scherper wordt en de kaaklijn weer beter zichtbaar is.
'Kijk dokter, zo wil ik het hebben'. Makkelijk zat!
De eerste faceliften zijn zo begonnen; rond het oor werd een klein beetje huid weggehaald, waardoor de huid strakker trok en er een jonger uiterlijk werd bereikt. Dat is van 1900 tot 1970 zo geweest, totdat in 1968
Tord Skoog ontdekte dat je beter de diepere stevige fascielaag kun liften.
Hij zag dat het effect van alleen huid weghalen niet lang blijft. De huid heeft namelijk de eigenschap dat het daar waar het onder spanning staat extra huid creëert.
Als wij als plastisch chirurg een borst moeten reconstrueren bij een vrouw waarvan de borst is afgezet,
dan maken we gebruik van die eigenschap door een zogenaamde 'tissue expander' onderhuids te plaatsen.
Dit is een balonnetje dat door de huid heen aangeprikt kan worden, waardoor we elke week de expander een beetje verder kunnen vullen.
Hierdoor kunnen we net zoveel huid creëren als we nodig hebben om uiteindelijk een siliconen prothese te kunnen plaatsen. Hetzelfde principe zorgt ervoor dat mensen die in korte tijd veel in gewicht toenemen,
na afvallen ineens veel huid overhebben.
Kortom: door alleen de huid strak te zetten bij een facelift, zal het effect niet langdurig aanwezig zijn.
Superficial Musculo Aponeurotic System (SMAS)
Toen men daarachter was, is men dieper gaan kijken. Alle aangezichtsspieren zijn bedekt met een laag fascie of peesblad: de Superficial Musculo Aponeurotic System of SMAS, welke in 1974 voor het eerst werd beschreven onder die naam.
Door de SMAS strakker te zetten is het wel mogelijk om een langdurig goed blijvend resultaat te bereiken.
De operatie is daardoor wel een stuk uitgebreider geworden; om de SMAS goed strakker te kunnen zetten, moet er een groter stuk van de wang ondermijnd worden.
Uiteindelijk wordt er uiteraard ook een stuk huid verwijderd, maar de spanning staat op de diepere stevigere laag. De richting waarin de huid uiteindelijk verplaatst wordt, is in de loop der jaren ook veranderd.
De klassieke ouderwetse Amerikaanse facelift kenmerkte zich door strak horizontaal naar achter getrokken huid, hetgeen een vreemd gezicht is. Nog steeds is dat het stereotype beeld dat veel mensen hebben bij een facelift; een onnatuurlijk strak getrokken gezicht.
Maar die tijd ligt gelukkig ver achter ons. Tegenwoordig is de trekkracht en trekrichting veel genuanceerder en is het resultaat daardoor veel natuurlijker.
Kennis van anatomie is essentieel
Bij het uitvoeren van een facelift is kennis van de anatomie essentieel. Ga je in een te diep vlak zitten,
dan bestaat het risico dat je aangezichtszenuwen beschadigd worden, met alle gevolgen van dien.
Zit je te oppervlakkig, dan kan het zijn dat je de huidlap te dun maakt waardoor deze afsterft.
Daarom is het een operatie die vooral gedaan wordt door getrainde plastisch chirurgen met een bijzonder aandachtsgebied voor cosmetische chirurgie. De toekomst van facelifts zit vooral in de aanvullende therapieën waarmee een facelift tegenwoordig gecombineerd wordt.
De afgelopen jaren is steeds meer duidelijk geworden dat veroudering niet alleen het verplaatsen of uitzakken is van huid, maar ook het verzakken en zelfs verdwijnen van vet en volume in het gezicht.
Het teruggeven van volume gebeurt al lang met behulp van hyaluronzuur fillers, maar in de afgelopen jaren is het vullen van het gelaat met eigen vetweefsel (lipofilling) steeds meer in opkomst.
Daarnaast is het verbeteren van de kwaliteit van de huid middels peelings of lasers ook een enorme aanvulling op een facelift. Op die manier verplaats je niet alleen de (verouderde) huid, maar geef je de huid ook weer een veel jonger uiterlijk.
De toekomst is met alle ontwikkelingen op stamcel therapieën dan ook veelbelovend uit.