Eind jaren tachtig had het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de campagne 'een slimme meid is op haar toekomst voorbereid'.
De overheid wilde toen meisjes stimuleren om een vak te leren zodat ze later in zelf voor hun eigen levensonderhoud konden zorgen.
En daarmee zouden deze meisjes ook nog eens economisch zelfstandig zijn, wat toch ook mooi meegenomen was.
Financieel zelfstandig?
Wellicht mede door deze campagne zijn meisjes massaal in de jaren negentig gaan studeren. Studiefinanciering en OV jaarkaart maakten dit toen ook mogelijk. Nu, enkele decennia later, is Nederland koploper in Europa op het gebied van deeltijdbanen.
De arbeidsparticipatie is hoog, doordat veel van deze meisjes werken in die parttime functies. Je zou denken dat het dan wel goed zit met die financiële zelfstandigheid, maar het tegendeel is waar.
Begin mei liet minister Jet Bussemaker nog weten dat een meerderheid van de vrouwen financieel nog te veel op hun partner leunen. Als het inkomen van hun partner dan wegvalt, is het gezinsinkomen ineens schrikbarend (te) laag geworden.
Volgens Bussemaker moeten vrouwen meer uit hun opleiding halen, want de overheid heeft flink in hen geïnvesteerd.
Daarom moeten vrouwen zich niet schuldig voelen als ze door hun parttime functie te weinig bij hun kinderen kunnen zijn, maar ze moeten zich juist schuldig voelen dat ze te weinig uit hun opleiding halen.
Relatie
In Nederland is de cultuur dat de man kostwinner is en de vrouw zorgt voor de kinderen, nog steeds dominant aanwezig.
Het zogenoemde anderhalf verdienmodel is onder partners ook een veel voorkomende constructie.
Indien aan deze relatie een einde komt (en dat is bij 1 op de 3 huwelijken het geval), dan wordt vaak schrijnend zichtbaar dat de vrouw eigenlijk financieel afhankelijk is van haar man en zelf niet op eigen benen kan staan.
Bij hoogopgeleide vrouwen valt dit vaak wel mee, want ook al werken zij parttime, dan verdienen ze vaak toch nog genoeg om wel financieel afhankelijk te zijn.
En mocht dat niet het geval zijn, dan hebben ze de capaciteiten en vaardigheden om dit wel snel te worden. De opmerking van Bussemaker dat vrouwen te weinig uit hun opleiding halen, kan dan ook genuanceerd worden.
Wel is het zo dat veel laagopgeleide vrouwen wel financieel gebonden zijn aan een ongelukkig huwelijk. De focus dient volgens mij dan ook te liggen bij het verbeteren van de vaardigheden en capaciteiten van deze groep (vaak allochtone) vrouwen.
Een mooi initiatief van vrouwen en voor vrouwen is hierbij 'de tafel van een'.
Kijk voor meer informatie eens op hun website:www.detafelvaneen.nl