Meestal doe ik dat niet, nu wel, ik lees twee boeken tegelijk.
Nou ja, niet echt natuurlijk, ik ben in twee boeken bezig, me afvragend: waar leer je meer van, van wat je bekoort of van wat je stoort?
Leren en inspireren - Hoofdstuk 19
'Een schitterend gebrek' van Arthur Japin is mij door meerdere mensen aangeraden. Eerder genoot ik al van zijn 'Maar buiten is het feest', maar in 'De zwarte met het witte hart' kwam ik niet verder dan de eerste pagina’s.
Een schitterend gebrek ben ik gaan lezen ter inspiratie om nog mooiere sfeerbeschrijvingen te leren optekenen. Hoewel dat boek mij in eerste instantie niet aansprak, de omslag niet, de achterflaptekst niet en de titel van het eerste hoofdstuk al helemaal niet.
Daarentegen verheugde ik me op het lezen van 'Het huis achter de wilgen' van Mariëtte Haveman. Ik ga naar een lezing van haar hier in de buurt en dan wil ik in elk geval haar nieuwste boek gelezen hebben, spelend in een fictief dorp in Drenthe.
Twee heel verschillende schrijvers en nee, je kunt geen appels met peren vergelijken, maar je kunt er wel van leren en je laten inspireren.
Kritiek
Beide boeken beginnen prachtig en nodigen uit om verder te lezen. Maar al snel na de eerste bladzijden stel ik mijn aanvankelijke mening 180 graden bij. Japin trekt me zijn verhaal in, blijft me boeien, ik vaar mee met de hoofdpersoon door de Amsterdamse grachten.
Haveman moet er wat meer moeite voor doen en ik vraag me af waardoor dat komt. Uiteraard, smaken verschillen, maar ik wil weten waarom het een mij meer bevalt dan het ander. Af en toe raak ik zelfs de draad kwijt in Havemans verhaal.
In mijn ogen springt ze dan te zeer van de hak op de tak, heen en weer in de tijd of ineens naar een ander perspectief. Dat stoort me en tegelijk realiseer ik me dat dat precies de kritiek is die ik zelf ook kreeg van mijn proeflezers en mijn schrijfgroepleden. Herkenbaar dus, daar valt veel van te leren. Boeiend schrijven kan ze overigens wel.
Ingezogen
Maar wat doet Japin waardoor ik meteen zijn verhaal word ingezogen? Daar ga ik me maar eens op focussen de komende tijd. Misschien boeiende passages overschrijven om te zien hoe hij dat doet. Dat schijnt te werken, zeggen ze. Ik heb er zin in.